Archief 2018
Johan Harstad – Max, Mischa & het Tet-offensief € 17,50
Max Hansen is toneelregisseur. Hij trekt door de VS met zijn tournee Better Worlds Through Weyland-Yutani. In plaats van met het vliegtuig te reizen tussen de steden waar wordt opgetreden, zoals de toneelspelers doen, reist Max met de auto, vaak vele honderden kilometers van de ene plaats naar de andere. Iedereen slaapt in hotels, de enige plek waar Max nog in slaap kan vallen is in zijn auto.
Op 13-jarige leeftijd verhuist Max Hansen van Stavanger naar 64 Poplar Street, Garden City, Nassau County, Long Island, New York. Woest is hij dat moeder Beate met de verhuizing heeft ingestemd. Zus Ulrikke past zich vrij snel aan de nieuwe situatie aan, maar Max is boos, weigert te socialiseren en wil alleen maar naar huis, naar Stavanger. Na enkele jaren krijgt hij toch enkele vrienden via Garden City Highschool, waarbij het met name met Mordecai Weintraub klikt. Samen sluiten zij zich aan bij het schooltoneel. Via Mordecai leert Max Mischa kennen, een zeven jaar oudere Canadese; zij is dan 23. Hij is op slag verliefd en de liefde is wederzijds, al beseft zij dat ze strafbaar is vanwege een relatie met een minderjarige. Mischa schildert hyperrealistisch werk dat steeds vaker kopers vindt.
Max en Mordecai gaan beiden aan art school studeren, waarna Max de richting van regisseur volgt en Mordecai die van acteur. Beiden vinden op relatief jonge leeftijd een betrekking, er is zelfs sprake van successen. Max’ vader is er inmiddels vandoor met een ander en in Californië gaan wonen, Ulrikke zit op kamers. Als Max via via zijn oom Owen weet op te sporen, de verloren zoon – vier jaar oudere broer van Max’ vader – die na zijn vertrek vanuit Stavanger als vijfentwintigjarige naar de VS nooit meer iets van zich heeft laten horen, biedt deze hem aan bij hem in zijn driehonderd vierkante meter grote appartement Apthorp in te trekken. Al snel voegt Mischa zich bij hen.
Er is iets vreemds aan oom Owen. Hij is een veelgevraagd pianospeler, maar over zijn verleden wil hij niet al teveel kwijt. Wel is duidelijk dat hij in Vietnam heeft gevochten, het Tet-offensief. Dankzij zijn aanmelding bij de US Army heeft Owen het Amerikaanse staatsburgerschap verworven. Het duurt echter lang voor duidelijk wordt wat hij allemaal heeft meegemaakt in Vietnam.
Owen vaart wel bij het gezelschap van de jongelui. Ondanks de beren op hun pad, zoals projectontwikkelaars die op het Apthorp azen, hebben zij het goed met elkaar. Toch komt er op zeker moment sleet op de relaties. Max vraagt zich af waarom Owen iedere maand een avond verdwijnt zonder aan te geven waar hij naartoe gaat. Mischa is steeds vaker van huis en exposeert in Europa, Canada, de VS en Japan. Mordecai is naar Californië verhuisd. Op zeker moment bezwijkt hun onderlinge sociale vangnet.
Tijdens de laatste tournee met Better Worlds Through Weyland-Yutani heeft Mordecai beloofd het stuk in LA bij te wonen. Daar wordt het voor het laatst opgevoerd. Vlak voor de laatste voorstellingen krijgt Max echter een telefoontje dat zijn wereld op z’n kop zet. Halsoverkop reist hij terug naar Garden City. De begrafenis die hij daar bijwoont drukt hem nog eens met zijn neus op de feiten: eenieder die hij heeft liefgehad is uit zijn leven verdwenen. De dag erna laat ook hijzelf bijna het leven ten gevolge van orkaan Sandy. Dan verschijnt er licht aan het einde van de tunnel.
Max, Mischa & het Tet-offensief is vooral een boek over ontheemding. Alle belangrijke personages uit het boek zijn losgeslagen van hun wortels en beseffen dat zij nooit meer een thuis zullen vinden. Harstad heeft 1228 pagina’s nodig gehad om dit verhaal te vertellen, soms in zinnen van meerdere pagina’s lang. Na het boek te hebben dichtgeslagen, heb je als lezer spijt dat het verhaal niet veel meer pagina’s vereiste. Wat een schitterende roman!
© Eus Wijnhoven, december 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
© Eus Wijnhoven, december 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Claudia Roth Pierpont – Roth, een schrijver en zijn boeken € 29,90
In 2002 werd Claudia Roth, geen ‘familie van’, tijdens een feestje in New York voorgesteld aan Philip Roth. Na zich moed te hebben ingedronken, zegt ze tegen hem: ‘Ik vind u een van de grootste schrijvers van de twintigste eeuw.’ Roth reageert: ‘Maar we zitten al in de eenentwintigste eeuw.’ Vervolgens wendt hij zich tot gastheer en jazzcriticus Stanley Crouch. ‘Je stelt me voor aan vrouwen die me beledigen. Fraai is dat.’ Pas twee jaar na die eerste ontmoeting komen zij weer in contact met elkaar naar aanleiding van een recensie die Roth Piermont in The New Yorker heeft geschreven.
Claudia Roth recenseerde Philip Roths romans voor The New Yorker. Blijkbaar was de schrijver gecharmeerd van haar besprekingen, want op zeker moment benaderde hij haar zijn werk te lezen voordat het gepubliceerd werd. ‘Ik ben vereerd,’ antwoordt zij, waarop hij reageert met: ‘Beter van niet, want dan heb ik niets aan je.’ In 2011 begint Roth Pierpont aan een essay over Philip Roth, waarvoor zij regelmatig met de auteur spreekt over zijn thematiek, ideeën en zijn stijl. Van het een komt het ander.
Roth – een schrijver en zijn boeken geeft in chronologische volgorde een overzicht van zijn werk, waarbij alle boeken afzonderlijk worden geduid. De verhalen spelen zich bijna allemaal af in het Joodse milieu, al laat hij dat los in zijn laatste, aanmerkelijk dunnere, romans. Daarbij hanteert hij met regelmaat Joodse humor en zelfspot. De bekrompenheid van de Joodse samenleving midden vorige eeuw geeft daar alle aanleiding toe. Zonder uitzondering zijn de personages in de boeken van Philip Roth gebaseerd op personen uit zijn directe omgeving. Als lezer ‘geniet je mee’ van de echtelijke ruzies, van de seksuele escapades – Roth was een enorme womanizer – en van de ideeën die Philip Roth heeft ten aanzien van de ontwikkelingen in de VS. Soms herschrijft hij daarbij de geschiedenis, zoals bijvoorbeeld in The plot against America, waarin nauwgezet Roths jeugd, vader Herman, moeder Bess en broer Sandy worden geportretteerd. Deze roman werd opnieuw een bestseller nadat – tot afschrikking van velen – Donald Trump tot president van de VS werd gekozen. Had Philip Roth niet in zijn herschreven geschiedenis gewaarschuwd voor America First aanhangers zoals Charles Lindbergh eind jaren dertig van de vorige eeuw? Voor ultrarechtse populisten die erop uit zijn ten koste van bepaalde groepen in de samenleving hun macht te bestendigen? En nu werd eenzelfde type man tot machtigste ter wereld gekozen, een man die nota bene America First als slogan hanteert…
Ondanks dat zij Philip zeer bewondert, heeft Claudia Roth Pierpont zich niet laten verblinden door de schrijver. Zo sprak zij met voormalig echtgenotes (de Engelse actrice Claire Bloom bijvoorbeeld), met vrienden en met vijanden van de schrijver.
Philip Roth is op 22 mei 2018 overleden. Zijn laatste roman, Nemesis, is in 2010 verschenen, maar nagenoeg het hele oeuvre van de schrijver is nog of weer in Nederlandse vertaling verkrijgbaar. Roth – een schrijver en zijn boeken kan een uitstekende gids zijn. Zoals wijlen Pieter Steinz in NRC Handelsblad schreef over deze secundaire literatuur: “Een voorbeeldige, verhelderende en compacte biografie. Na lezing wil je Roth graag (her)lezen.” En zo is het.
© Eus Wijnhoven, december 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Thomas Mann – Baas en hond € 14,95
Thomas Mann is vooral bekend vanwege werken als Buddenbrooks, Docter Faustus en De toverberg. Psychologische romans met uitgebreide verhaallijnen, ingenieus in elkaar verweven. Dat hij ook in staat was tot het kleine verhaal, bewijst hij met Baas en hond dat oorspronkelijk in 1919 werd gepubliceerd.
De familie Mann voelt zich min of meer verplicht bastaard patrijshond Bauschan in hun gezin op te nemen. Ondanks de aanbevelingen van de pensionhoudster die het scharminkel aanbiedt, heeft de pup kromme voorpoten, een snor als van een schnauzer, een tijgerprint in plaats van een vlekkenvacht. De jacht beschouwt hij als een spel en als het dier een prooi vangt groter dan een veldmuis, weet het er geen raad mee. Op zich zijn dat voor de lezer bij voorbaat aanbevelingen om van een dergelijke hond te gaan houden. Thomas Mann doet echter meer.
In Baas en hond omschrijft Mann het gedrag van Bauschan/honden op voortreffelijke wijze. Zoals bijvoorbeeld een vreemde hond die Bauschan nadert: “Nu zijn ze elkaar tot op twintig schreden genaderd, en de spanning is ontzettend. De vreemdeling is op zijn buik gaan liggen, ineengehurkt als een tijgerkat, de kop voorwaarts gestrekt, en in deze struikrovershouding wacht hij op Buaschans komst, blijkbaar om hem op een gegeven moment naar de strot te vliegen. Dit gebeurt echter niet, en Bauschan lijkt het ook niet te verwachten…” Iedere hondenliefhebber herkent het gedrag dat in deze novelle zo lieflijk beschreven wordt, en zal de eigen hond daarin herkennen.
Naast de wijze waarop Mann het gedrag van zijn hond beschrijft, doet hij een gedetailleerd verslag van de fauna in de buurt van zijn villa, de planten- en bomengroei, de natuur van zijn huis tot aan de nabijgelegen rivier. “Het is geen bos en het is geen park, het is een tovertuin, niets meer en niets minder. Voor dit woord wil ik instaan, ook al gaat het hier in laatste instantie om een karig, beperkt en tot gebreken neigend stukje natuur dat met een paar eenvoudige botanische namen uitputtend gekarakteriseerd is. … Er zijn donkere plekjes, die zo volgepropt staan met vlier-, liguster-, jasmijn- en vogelkersstruiken dat je de geuren op exuberante junidagen nauwelijks bergen kunt.”
Baas en hond zal zelfs hondenbezitters die zelden of nooit lezen, tot verrukking brengen: ‘Moet je luisteren, liefje, dit gaat over onze Blackie!’ Ook natuurliefhebbers kunnen hun hart ophalen aan de beschrijvingen die niemand anders zo mooi kon geven als de grote maestro Mann ihm selbst.
© Eus Wijnhoven, december 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Jón Kalman Stefánsson – Zomerlicht, en dan komt de nacht € 21,99
Wat moet je schrijven over een vierhonderd zielen tellende gemeenschap in het uiterste westen van IJsland? De eenzame boer die zich al jaren groot houdt nadat zijn vrouw hem heeft verlaten, omdat ze de stilte niet kon verdragen? De eigenzinnige dame die een restaurant opent waar niemand op zit te wachten? De directeur van de breifabriek die helemaal de weg kwijtraakt en zijn bedrijf sluit – de belangrijkste werkgever in de regio! – om Latijn te gaan studeren en vervolgens iedere nacht naar de sterren staart? David, die zich laat verleiden door een getrouwde vrouw die bijna zijn moeder had kunnen zijn? Een vrouw die haar trouwe hond en de twee pups vermoordt omdat haar man is vreemdgegaan? Een man die zijn florerende boerderij naar de kloten helpt? De kermis waarbij drank en lust in een logaritmische verhouding staan tot elkaar?
Dát moet je schrijven. Als je dat doet op de manier van Jón Kalman Stefánsson maakt het geen donder uit dat Zomerlicht, en dan komt de nacht geen plot kent. Lezen, liefst op koude donkere avonden!
© Eus Wijnhoven, november 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
A.F.Th. van der Heijden – Mooi doodliggen €22,99
Een nieuwe AFTh is iets om naar uit te zien, en met Mooi doodliggen heeft de auteur weer eens bewezen dat dit verlangen terecht is. In eerste instantie lijkt Mooi doodliggen de ramp van MH17 boven Oost-Oekraïne als thema te hebben. MH17 wordt door Van der Heijden steevast als MX17 aangeduid, iets waarmee hij is begonnen in zijn columns voor nrc. Veeleer is het boek een duiding van de motieven van Arkadij Babčenko (Grigori in de roman) om ‘mooi te gaan doodliggen.’ Daarnaast is het een verhaal over een innige relatie, terwijl er aan het einde ook nog detective-elementen zich voordoen.
Onderzoeksjournalist Natan Haandrikman vertelt het verhaal van zijn collega en vriend Grigori Moerasjko. Deze heeft hem gevraagd zijn memoires op schrift te stellen en te verspreiden in West-Europa. Daar knelt de schoen overigens, want het klopt niet helemaal (Natan zou het manuscript van Yulia – Grigori’s partner – hebben ontvangen, terwijl hij Yulia niet durft te vertellen wat hij onderhanden heeft).
Het verhaal van Grigori Moerasjko is gebaseerd op dat van onderzoeksjournalist Arkadij Babčenko. Deze zou op 29 mei dit jaar zijn omgebracht door de Russische geheime dienst. De dood werd echter in scène gezet in opdracht van de Oekraïense geheime dienst om Poetin zwart te maken. Na vierentwintig uur verschijnt de dood gewaande onderzoeksjournalist echter ineens in levenden lijve op een persconferentie waar meer details over de ‘moordaanslag’ aan de verzamelde pers zouden worden prijsgegeven. Men is geschokt, Babčenko heeft de gouden regel van serieuze journalistiek gebroken: hij heeft doelbewust fake news geschapen.
In essentie is dat het verhaal van Mooi doodliggen. Daarnaast vormt de relatie tussen Grigori en Yulia Isinbajeva een rode draad door de roman. Yulia heeft zich volledig achter Grigori opgesteld, steunt hem in zijn strijd tegen Poetin, onder voorwaarde dat hij nooit terughoudend mag schrijven en slechts harde feiten mag opvoeren in zijn teksten. Ze beseft dat hem dat letterlijk de kop kan kosten, zoals op zeker moment dus (ogenschijnlijk) gebeurt. Woest is ze, als hij ineens ten tonele verschijnt. Van der Heijden versterkt deze gebeurtenis overigens door middel van een prachtige scène waarin een moeder aan het strand wanhopig op zoek is naar haar dochtertje.
Babčenko verdween op 29 mei. Van der Heijden heeft dit boek dus als een razende storm geschreven. Wederom is Mooi doodliggen onderdeel van een cyclus: die over MH17. Twaalf dagen na de ramp begon hij aantekeningen te maken. In Den Haag vertelde hij tijdens een interview op 25 november dat hij eigenlijk bezig was aan een oorlogsroman (werktitel: Een ijzeren man), zich afspelend in het Geldrop van zijn jeugd. “Zo’n groot contrast is dat dus niet, want in Oost-Oekraïne woedt een burgeroorlog.” Mooi doodliggen heeft hij ook verbonden met Tonio, het requiem voor zijn overleden zoon. “Ik stuurde een Tonio-achtige figuur (Natan, EW) als oorlogsfotograaf naar de plaats van de ramp. Tonio was helemaal geen oorlogsfotograaf, maar zo kon ik hem wel een rol geven. En ik wilde de rouw van de andere kant leren kennen. Nu moest ik mijn zoon laten rouwen om zijn ouders, in plaats van de rouw die Mirjam en ik hebben doorgemaakt om hun verloren zoon.” Met dit gegeven wordt Mooi doodliggen nog interessanter dan het al bij eerste lezing is. Snel kopen (en lezen)! Het verlangen naar de aangekondigde roman MX17 is gewekt.
© Eus Wijnhoven, november 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Philip Roth – Plot against America € 14,95 Nederlandse vertaling is uitverkocht.
In The plot against America beschrijft Roth vanuit de jonge Philip een alternatieve geschiedenis: niet Franklin Delano Roosevelt wint de Amerikaanse presidentsverkiezingen in 1940, maar luchtvaartpionier Charles Lindbergh. Daarbij heeft Roth zich gebaseerd op uitlatingen die Lindbergh heeft gedaan voor de America First beweging. Lindbergh was een bewonderaar van Hitlers Derde Rijk en heeft zich eind dertiger jaren van de vorige eeuw meermalen in uiterst antisemitische woorden tot het Amerikaanse volk gericht. In de roman stelt Roth de extreem rechtse volksheld tegenover democraat Roosevelt. De laatste zou volgens Lindbergh Amerika de oorlog (WO-II) in willen rommelen. Hij, Lindbergh, voerde campagne met de nadruk op het voorkomen dat Amerikaanse slachtoffers zouden vallen in een oorlog waarmee Amerika niets te maken wilde hebben.
De jonge Philip groeit op in een gezin dat moeizaam de eindjes aan elkaar weet te knopen. Daar lopen de spanningen op als oudere broer Sandy naar Kentucky vertrekt om een tijdje bij een boer te gaan werken. Het is een maatregel van de Amerikaanse regering om joden te ‘amerikaniseren’. Na terugkomst sluit Sandy zich tot afgrijzen van het gezin aan bij het kamp van tante Evelyn en haar man, rabbi Bengelsdorf. Deze is een groot bewonderaar van Lindbergh.
De antisemitische politiek van Lindbergh is onder meer gericht op verspreiding van de joden over het westen van het land. Hele families worden verhuisd. Vader Roth weigert dat echter. Sandy wordt spreekbuis van de ultrarechtse beweging. Hij beschouwt zijn vader als iemand uit het ‘joodse ghetto.’ Neef Alvin is inmiddels uit Canada teruggekeerd waar hij zich had aangesloten bij het Canadese leger om tegen de Duitsers te vechten. Daarbij is hij zijn linkerbeen verloren. Alvins beide ouders zijn overleden en hij vindt onderdak bij de familie Roth. Als Alvin van Sandy’s sympathieën verneemt, zijn de rapen gaar. Niet alleen in huize Roth nemen partijen steeds uitgesprokener standpunten in, ook de maatschappij polariseert. Radiopresentator Walter Winchell waarschuwt het volk en bekritiseert Lindberghs beleid in toespraken die hij op pleinen in verschillende steden houdt. In Louisville loopt het mis: Winchell wordt neergeschoten. Daarop volgen rellen waarbij veel joden worden aangevallen en soms zelfs om het leven worden gebracht. Burgemeester La Guardia van New York is een van de weinigen die probeert in te grijpen.
Het is niet verwonderlijk dat deze roman uit 2004 na de benoeming van Donald Trump tot president van de VS opnieuw de bestsellerlijsten aanvoerde. Zijn beleid vertoont overeenkomsten met de uitgangspunten van de America First beweging uit eind dertiger jaren van de vorige eeuw. Zo haalt Roth de woorden van Lindbergh in 1942 aan: ‘Ons land leeft in vrede. De mensen hebben werk. Onze kinderen gaan naar school. Ik ben hier naartoe gevlogen om u daaraan te herinneren.’ Het zou zomaar een toespraak van Trump kunnen zijn…
© Eus Wijnhoven, november 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Saskia Goldschmidt – Schokland 19,95
De negentiende-eeuwse kop-hals-rompboerderij Schokland heeft ruim honderdvijftig jaar weer en wind getrotseerd als zij uiteindelijk barsten begint te vertonen. Dat ligt niet aan achterstallig onderhoud of een zwakke fundering, het is te wijten aan de gevolgen van gaswinning. De ene na de andere historische hoeve bezwijkt op het Hogeland van Groningen. De drie bewoners van Schokland, opa Zwier, dochter Trijn en kleindochter Femke zien met lede ogen aan hoe er steeds meer scheuren in de muren verschijnen. Ondertussen proberen zij gedrieën het boerenbedrijf met een koppel van honderd stuks melk- en kleinvee draaiende te houden.
Trijn wil het bedrijf verder uitbreiden, terwijl Femke zich beraadt op een overstap naar de biologische veehouderij. Het liefst zou zij voortgaan met een zogenaamde familiekudde, waar alle koeien tegelijk tochtig worden in het voorjaar en de kalfjes langere tijd bij hun moeder mogen blijven. Van die ideeën moet Trijn weinig hebben, terwijl Zwier bereid is naar zijn kleindochter te luisteren en haar wijst op de uitdagingen die een dergelijk bedrijf te wachten staan. Ondertussen rommelt de aarde voort, komen er dik betaalde experts langs wiens levensdoel eruit bestaat de schade te bagatelliseren. Als iemand de door gaswinning veroorzaakte schade erkent, worden er nieuwe protocollen opgesteld en ontkennen andere schade-experts dat de vergruizende hoeve het gevolg is van de activiteiten van ‘de fakkelaars’.
Buurman Fokko heeft zijn hoeve al moeten verkopen, tegen een spotprijs. Boerderij Wijde Wereld, die hij helemaal in haar oude glorie had teruggebracht, werd onbewoonbaar verklaard en is gesloopt. Sindsdien zwerft hij rond en uiteindelijk belandt hij in zijn Mercedesbusje op het erf van Schokland waar hij een ‘oorlog’ tegen de fakkelaars voorbereidt. Dat brengt extra spanningen teweeg, terwijl die er al genoeg zijn.
Zwier, Trijn en Femke zijn geen praters. Vooral de spanning tussen Trijn en Femke loopt regelmatig hoog op, waarna dochterlief naar de omliggende rietlanden vlucht. Even lijkt buurvrouw Daniëlle haar troost te bieden, maar dat loopt uit op een deceptie. En ondertussen volhardt de overheid in onverschilligheid en laat de bewoners van het ruige land barsten. Multinationals, die moeten gekoesterd worden, wat doen die honderdduizend burgers er nou toe…
Als het niet zo hartverscheurend was, zou Schokland een mooie streekroman zijn. Goldschmidt weet echter de bizarre situatie ten gevolge van de gaswinning zo sterk van binnenuit te beschrijven, dat de verontwaardiging van de lezer zienderogen toeneemt. Hoe is het mogelijk dat dergelijke toestanden in een beschaafd land kunnen optreden! En dat terwijl ingenieur Willem Meiborg al in 1960 heeft gewaarschuwd voor de gevolgen van gaswinning. Zijn voorstel een deel van de opbrengsten te reserveren voor schadeloosstelling in de toekomst is er nooit gekomen, Meiborg werd weggehoond. Inmiddels heeft Nederland meer dan 300 miljard euro verdiend aan Gronings gas. Zowel de NAM als de overheid blijven de gedupeerde bevolking traineren door processen jarenlang te laten voortduren en schadeloosstelling op de lange baan te schuiven door middel van juridisch steekspel. Sluwe adviseurs en slinkse consultants vullen hun zakken, malafide aannemers spelen onder een hoedje met de NAM en de gedupeerde bevolking raakt uitgeput. Inmiddels lijden meer dan tienduizend getroffenen aan zware psychische gevolgen, hun levens zijn verwoest.
Met Schokland heeft Goldschmidt treffend onder woorden gebracht wat voor een leed de mensen daar, mede door de Nederlandse overheid, wordt aangedaan middels deze sterke roman.
© Eus Wijnhoven, november 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Adriaan van Dis – In het buitengebied € 19,99
Wat doe je als eenzame man op leeftijd? Dan zoek je aanhankelijkheid en durft daarbij zelfs te experimenteren. Ten slotte ben je een schrijver, je hebt wel vaker met het bijltje gehakt buiten je comfortzone te treden. Zo komt de Japanse Akiko in het leven van de protagonist. Het duurt even voor ze zich heeft aangepast, maar als dat eenmaal is gebeurd, valt ze vies tegen.
De protagonist is in ‘het buitengebied’ gaan wonen, uiterwaarden en weilanden. Hij leeft met enkele kippen, een paar geiten; onderhoudt een moestuin en … wordt geplaagd door zijn Binnenstem: een innerlijk duiveltje dat zijn beslissingen regelmatig ter discussie stelt. Meestal lukt het de schrijver die stem te negeren. Vooral als hij zich kan vastklampen aan gezelschap, gaat hem dat redelijk af. Zoals met Ronnie, een joch dat verderop aan het zandpad woont. De Tokkies zijn deftig in vergelijking met de familie die Ronnie opvoedt. Probeer daar als intellectueel maar eens mee in balans te komen.
Via Rivka, onaangekondigd komt de negentigjarige diva de schrijver bezoeken, geeft de protagonist ons een kijkje in zijn leven. Zij heeft hem tot de snob gemaakt die hij is. De details die dit verhaal ontsluit, doen je nadenken over wat nu autobiografisch is of niet. Heeft Van Dis zich echt ooit laten verwennen door een rijke, twintig jaar oudere, vrouw? Je herkent wel degelijk bepaalde kenmerken van Adriaan, zijn kleding, zijn manieren. Maar ook zijn Parijse avonturen.
Claire komt voorbij, een grand dame uit het buitengebied. Zij is de verpersoonlijking van ‘de schone schijn ophouden’. En er is Viktor, een Afrikaanse asielzoeker die steeds meer vingers neemt van de hand die hem door de schrijver wordt toegestoken. En de schrijver zelf? Hij ondergaat alles gelaten, zolang men hem maar gedoogt. Zolang hij maar enigszins het idee krijgt ergens bij te horen, probeert hij aan de verwachtingen van anderen te voldoen, zelfs als hem dat tegen de borst stuit.
In het buitengebied toont de kwetsbaarheid van eenzame mensen, de wanhopige zoektocht naar aansluiting. Je hoort de prettige stem van Van Dis de verhalen bijna voorlezen. Hij doet dit in pasteltinten waardoor de boodschap nooit hard binnenkomt bij de lezer. Misschien is daarom het effect zo groot.
© Eus Wijnhoven, november 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Kader Abdolah – Het pad van de gele slippers € 19,99
De verteller van Het pad van de gele slippers stelt zich voor als een gevluchte Pers. Hij woont in Rotterdam. Sultan Gholestan Farahandji, een oude Iraanse filmregisseur die in de buurt van Delft is neergestreken, vraagt hem zijn verhaal op schrift te stellen. De achternaam van deze Sultan lijkt verdacht veel op die van Kader Abdolah (pseudoniem van Hossein Sadjadi Ghaemmaghami Farahani), de Iraanse natuurkundige die in Delft woont. Maar wellicht is dit te ver gezocht. De verteller schrijft dus het verhaal van Sultan.
Sultan groeit op in een kasteel in Arak als zoon van saffraanhandelaren. Zijn vader is een conservatieve dociele man, moeder is een progressieve vrouw. Sultan is als tiener geobsedeerd door vrouwen (en vooral hun borsten), maar als het erop aan komt, laat hij het afweten. Als het meisje waar hij verliefd op is trouwt met de imam, beleeft hij kortstondig iets wat naar een verboden relatie neigt. Voor haar maakt hij een paar gele slippers, die hij echter nooit aan haar voeten zal kunnen schuiven.
Via zijn nichtje Akraam Djoon, docente Engels, maakt Sultan kennis met boeken over het verre Amerika. Het is een middel van de Amerikanen om onder het bewind van de sjah de Perzische bevolking te beïnvloeden. Vanuit de kasteeltoren bespiedt hij met een verrekijker de stad en haar omgeving. Vervolgens ontdekt hij de fotocamera en niet veel later de filmcamera.
Als cameraman maakt hij gewaagde films, die alom worden geprezen. De beste actrices bieden zich aan en zijn niet te beroerd af en toe voor de camera uit de kleren te gaan. De sjah en diens vrouw Fara Diba nodigen de inmiddels beroemde cameraman uit in hun paleis. Vervolgens dwingt een ondergrondse verzetsbeweging hem te helpen bij het ontvoeren van Fara Diba, waardoor hij uiteindelijk achter de tralies belandt. Zijn vrijheid krijgt hij terug nadat de revolutie is uitgebroken. Khomeini komt aan de macht. Die vrijheid blijkt echter al snel een heel andere dan die hij gewend was als filmmaker. Het duurt dan ook niet lang of hij moet het land ontvluchten. Via Pakistan belandt hij in Nederland waar hij korte documentaires maakt voor Iraniërs die hun land ontvlucht zijn. Daar ontfermen dokter Meinema en zijn vrouw zich over hem.
Het pad van de gele slippers roept de vraag op in hoeverre het boek het pad van Kader Abdolah weerspiegelt. Gezien de liefdevolle beschrijvingen van dokter Meinema, wil je weten wie Kader ooit zo heeft opgevangen in Nederland. Het verhaal is op het ene moment in Perzië gesitueerd, dan weer rond de boerderij in de regio Delft. Abdolah had niet hoeven beginnen met een verwijzing naar Sheherazade. Het pad van de gele slippers is inderdaad een vertelling als die van Duizend-en-een nacht.
© Eus Wijnhoven,oktober 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Jon McGregor – Reservoir 13 € 22,99(Nederlandse titel)
De familie Shaw brengt de kerstvakantie door in het Peak District, een ruig gebied van hoogveen, heide en stuwmeren in het hart van Engeland. Tijdens die vakantie verdwijnt hun dertienjarige dochter Rebecca, zoals direct op de eerste pagina wordt vermeld. Grootschalige zoekacties worden gestart, waaraan ook de plaatselijke bevolking haar steentje bijdraagt. Niemand anders kent het gebied van steengroeven en mijnen ten slotte zo goed als zij, een omgeving waarin iemand zich op wel duizend plaatsen schuil kan houden. Als lezer zit je direct op het puntje van je stoel: zal Becky gevonden worden en, zo ja, waar? Is haar iets overkomen? Een misdrijf begaan? En wie is dan de dader? Op dat moment heeft McGregor de lezer bij de lurven.
“At night there were dreams about where she might have gone. Dreams about walking down from the moor, her clothes soaked and her skin almost blue. Dreams about being the first to reach her with a blanket and bring her safely home.”
Het blijven echter dromen, terwijl het leven in het dorp voortkabbelt. De slagerij van Ruth en Martin gaat op de fles, Su en Austin Cooper krijgen een tweeling na vele jaren tevergeefs proberen, schoonmaakster Irene worstelt met haar geestelijk beperkte zoon Andrew. Jackson krijgt een hartaanval en commandeert zijn zonen vanaf zijn ziekbed hoe het boerenbedrijf te runnen. James, Lynsy, Sophie: waren zij nu wel of niet bevriend met hun vermiste leeftijdgenootje? McGregor beschrijft de dagelijkse gang van zaken in het dorp aan de hand van het wel en wee van de bewoners. Ook de seizoenen spelen een rol, inclusief flora en fauna: de mannetjes das die in het beukenbos een vrouwtje lokt met zijn roep om te paren, de jonge vossen die worden verjaagd door hun ouders en op zoek moeten naar een eigen territorium, de buizerds die nestelen in het coniferenbosje en de reigers die roerloos in het rivierwater worden gespiegeld.
Af en toe voert de schrijver de lezer een beetje: schapen die in paniek losbreken uit de wei, Sally’s criminele broer die plotseling in het dorp opduikt. En wat te denken van Jones? Zoveel jaren klusjesman op school en dan blijkt hij in het bezit van kinderporno, waarvoor hij zelfs achter de tralies belandt. Er wordt echt gebroken, er wordt gehouden van, overleden partners worden gemist en manieren om eenzaamheid te vermijden gezocht. De dorpelingen houden elkaar in de gaten via hun moestuintjes, helpen elkaar. Zoals Cathy, die hond Nelson van Mr. Wilson uitlaat nadat haar overbuurman een heupoperatie heeft ondergaan. Iets voor de helft van het boek wordt een alinea dan ineens afgesloten met het volgende:
“Nelson had got left behind somewhere (tijdens het uitlaten; EW), and when they called him, he didn’t come back. Cathy went back to look for him, and found him fussing over an old walking jacket or body-warmer, navy blue, with the lining ripped and the stuffing spilling out.”
Wacht eens even? Droeg Becky niet een marineblauwe body-warmer tijdens haar verdwijning? Je bladert terug, je beseft ineens dat het boek dertien hoofdstukken kent, de stuwmeren hebben een nummer, zo ook ‘reservoir 13.’ Nu zit je als lezer op het juiste spoor. Of toch weer niet?
Reservoir 13 is een magistrale roman. Niet voor niets stond het op de longlist voor de Man Booker Prize 2017.
© Eus Wijnhoven,oktober 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Lisa Halliday – Asymmetrie (Ned. editie) € 21,99
De debuutroman van Lisa Halliday wordt in de Amerikaanse pers als ‘knap gecomponeerd’ omschreven. Het is een complex boek, bestaande uit drie delen. Deel 1 en 2 zijn totaal verschillende verhalen die elkaar nergens zullen raken. Deel 3 grijpt terug op deel 1. Met name het feit dat deel 1 en 2 elkaar niet raken – “twee verhaallijnen hoeven elkaar helemaal niet te raken,” zegt schrijver Ezra Blazer in een interview (deel 3) voor de BBC radio – roept bij mij vragen op.
Deel 1 – Folly
De jonge uitgeefassistente Alice ontmoet de veertig jaar oudere Ezra in een park in New York City. Hij biedt haar een ijsje aan. Ze herkent de Nobelprijskandidaat en bewondert zijn proza. Het duurt niet lang of Blazer vraagt Alice: ‘Are you game?’ (ben je in voor een avontuurtje?). Een scheve relatie is geboren. De oudere schrijver overlaadt Alice met cadeaus, maar verlangt tevens dat zij te pas en te onpas komt opdraven, is het niet om bepaalde lusten te bevredigen, dan is het wel om boodschappen voor hem te doen. Alice wacht, op het einde van de relatie, op inspiratie voor een roman die ze zelf wil schrijven.
Deel 2 – Madness
Amar Jafaari is geboren in het vliegtuig waarin zijn ouders van Bagdad naar de VS emigreerden. Zodoende heeft twee paspoorten, een Irakees en een Amerikaans. Hij heeft zijn promotie tot econoom aan UCLA bijna afgerond als de douane hem weigert toegang te verschaffen tot het VK op doorreis naar Istanbul. Zijn geloofsovertuiging, zijn naam, zijn uiterlijk, de redenen van zijn doorreis: men gelooft hem niet. Amerikaans paspoort of niet, je kunt niet voorzichtig genoeg zijn. Ook Amar wacht, tot hij verder kan reizen, maar ook op het moment dat hij – in navolging van Barack Obama – de politieke arena kan betreden in Californië. In Irak wacht men ook, men wacht op een beter leven. De Amerikanen beloofden van alles toen zij het land binnenvielen, maar na die illegale machtsovername wordt het ieder jaar gevaarlijker en slechter voor de Irakezen. In die maalstrrom wordt Amar’s oom Zaid ontvoerd en uiteindelijk vermoord.
Deel 3 – Ezra Blazer’s Desert Island Discs
Deel 3 bestaat uit de weergave van een anderhalf uur durend interview dat een jonge BBC-correspondente voert met Ezra Blazer. Aan de hand van zijn muziekkeuzes op verschillende leeftijden wordt diens leven in kaart gebracht, de vele vrouwen, zijn wantrouwen ten opzichte van monogamie, en – ook tot zijn eigen verrassing – de openbaring dat hij vader is van een tweeling. Welke muziek zou hij meenemen naar een onbewoond eiland? Welk boek? Dit deel sluit af met de uitnodiging van de schrijver aan de getrouwde correspondente: ‘Are you game?’
Asymmetry wordt omschreven als een intelligente roman. Het is geen boek dat je tussen neus en lippen door leest. Het vraagt ultieme aandacht en concentratie van de lezer. De hype die het boek in de VS heeft opgeroepen, kan ik niet helemaal plaatsen. Misschien moet ik het over enkele maanden nog eens lezen.
© Eus Wijnhoven,oktober 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Ilja Leonard Pfeijffer – Peachez € 18,99
In de voortreffelijke roman La Superba toonde Pfeijffer de lezer de onderkant van de maatschappij in Genua en drukte ons met de neus op de feiten hoe wij mensen laten verkommeren. Met Peachez vat hij weer een fenomeen van de huidige maatschappij bij de horens: fake messages van zogenaamde bewonderaars, berichten die ons dusdanig kunnen prikkelen dat we onszelf volledig verliezen.
Een gepensioneerd professo -latinist- ontvangt op zekere dag een mailtje van ene ‘Sarah’. Dat doet hem denken aan een van zijn vroegere studentes, een ijverig meisje. Al snel blijkt dat dit iemand anders is, namelijk een jonge vrouw uit Las Vegas. De professor ruikt zijn kans schoon om iemand weer iets te leren en denkt haar met al zijn kennis in te palmen. Het meisje leert verrassend snel, en behoudt toch haar onbevangenheid (en primaire reacties). Langzaam maar zeker geven de twee zich meer en meer aan elkaar bloot. Op zeker moment worden foto’s uitgewisseld. Dan beseft de professor dat hij verliefd is, voor het eerst in zijn leven. Het Tertullianuscongres dat ter ere van zijn afscheid wordt georganiseerd verschuift naar de achtergrond, terwijl hij er de regie over moet voeren en de top van zijn vakgebied vanuit de hele wereld is uitgenodigd. Zelfs gaat hij in op de uitnodiging van Sarah, die hij inmiddels onder de naam Peachez heeft ontdekt, inclusief compromitterende foto’s op het net. Allerlei argumenten verzint hij (en zij) om dat goed te praten. In plaats van het diner bij te wonen dat het slotstuk zou moeten zijn van z’n glansrijke carrière, neemt hij in een warrige toespraak afscheid om zich te vervoegen bij Peachez. Zelfs met de onuitsprekelijke vliegangst die hem zijn leven lang al plaagt durft hij daarvoor het gevecht aan te gaan. Had hij dat maar niet gedaan…
Peachez is een roman over de ontdekking van de liefde, al is het op late leeftijd. Een bejaarde man die gegrepen wordt door dit ondefinieerbare fenomeen en daarvoor alles aan de kant schuift. Hoe lang geleden is het dat u uzelf in zo’n mate liet meevoeren? Lees het boek, en haal herinneringen op aan ‘die eerste’, die misschien al sinds decennia uit uw geheugen is gewist.
© Eus Wijnhoven, september 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Vancouver, 1982. Sarah Torun Aysgarth is een jonge zilversmid die op een kruising staat in haar leven: of ze blijft zichzelf trouw en zal jarenlang ploeteren door af en toe een sieraad te verkopen, of ze gaat in op een aanbieding van een van de grootste juweliershuizen van het land en verbindt haar collectie aan hen. Wat moet zij doen? Om haar geest vrij te maken, reist ze in haar olijfgroene Dodge uit 1969 noordwaarts, naar het onmetelijke niets.
Forty Mile is de meest noordelijke plaats voordat de uitgestrektheid van de West-Canadese bergen en bossen de wereld overneemt van de mens. Sarah vindt onderdak bij Mary, een oudere vrouw die een kruidenierswinkeltje runt. Een vrouw met een verhaal, een vriendelijke vrouw met een beladen verleden, al laat ze daar weinig over los. Het schilderij in de logeerkamer, verraadt dat wellicht iets? In de tegenovergelegen Tavern leert Sarah Adam en Jacob kennen, twee boezemvrienden die tijdens de drie maanden durende ‘zomer’ hun geld verdienen door in de kroeg op te treden met hun viool en banjo. Ze wordt verliefd op rauwdouwer Adam, maar besluit na enkele weken naar Vancouver terug te keren.
In Vancouver gaat Sarah in op het aanbod van de juwelier. Wellicht vindt zij dan meer tijd voor zichzelf dankzij een stukje financiële onafhankelijkheid. De eerste presentatie van haar sieraden is een eclatant succes. Al snel verschijnen grote billboards waarop modellen haar Torun sieraden showen. Het gemis van Adam blijft echter knagen. Ze verlangt terug naar het noorden en zoekt sporen daarvan in Vancouver, waarin ze op onverwachte wijze slaagt.
In Forty Mile intussen gaat het met Adam in rap tempo bergafwaarts. Dag en nacht drinkt hij als een tempelier in de Tavern, maakt hij ruzie. Totdat het volledig uit de klauwen loopt en hij woest in zijn pick-up truck stapt. Vervolgens veroorzaakt hij een aanrijding die hem doet inzien dat er iets moet gebeuren wil hij kunnen ontsnappen uit de vicieuze cirkel waarin hij is beland. Als Sarah Forty Mile weer bezoekt, is de vogel gevlogen.
Noord is een ingetogen boek dat rechtdoet aan de stugge bewoners uit de noordelijkste contreien van Canada. Volders past weinig dialogen toe, conform de manier waarop de mensen in Forty Mile met elkaar communiceren. En toch lopen de emoties af en toe hoog op. Wat een verbluffend mooi debuut.
© Eus Wijnhoven, september 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Arnon Grunberg – Goede mannen € 24,99
Geniek (spreek uit Guenjek, Duitse gu) Janowski is een geboren en getogen Limburger. Zijn Duitse moeder sterft terwijl Geniek elf jaar is, waarna hij opgroeit met zijn Poolse vader. Het fundament van die relatie is er een van overleven, een toestand waarin geen plaats is voor emoties, ze worden weggestopt en zo diep begraven dat men ze niet meer herkent. Als Geniek volwassen is, verhuist vader naar Haarlem waar hij met een nieuwe vrouw gaat wonen. Geniek blijft in Limburg.
In Heerlen is Geniek lid van de C-ploeg van de lokale brandweer. Niemand noemt hem bij zijn naam, voor de mannen is hij de Pool. Die Pool is getrouwd met Wendela (‘Wen’). Samen hebben zij twee zonen, Borys en de tien jaar jongere Jurek. Borys is een probleemkind dat vaak wordt gepest op de lagere school. Hij plast in zijn broek, en later poept hij zichzelf onder. Zijn klasgenoten haten hem en inmiddels kunnen ook de leerkrachten hem niet luchten. In groep 8 wil Borys niet meer naar school. Hij klampt zich vast aan lantaarnpalen en bomen als de Pool hem weg brengt. De ouders voelen zich machteloos, maar als zij Borys op diens verzoek een pony voor zijn verjaardag geven, blijkt de jongen zich ineens te kunnen uiten. Tegen pony Manja. En hij bevuilt zich niet meer, want doet zijn behoefte in het stro, achter de pony. Dat oude beest is gestald bij een nukkige bejaarde boer, die zijn vrouw boven vastgebonden heeft, “omdat zij zich daar prettig bij voelt.” De boerenknecht, die zich ‘het menselijk verlengstuk’ noemt, helpt de boer. Borys ontpopt zich tot paardenfluisteraar.
‘Ik heb geen vrienden. Ik zal nooit vrienden hebben. Ik heb nooit vrienden gehad,’ staat er op het briefje in zijn bureaula. Er daalt een diepe duisternis over het gezin nadat Borys zelfmoord heeft gepleegd. Tegen beter weten in houdt Geniek de pony aan, de kreupele pony wiens acupunctuurbehandelingen inmiddels kapitalen kosten en het budget voor de gezinsvakantie naar Griekenland doet verdampen. Voor de Pool leeft Borys voort in pony Manja en ook Geniek begint tegen het paard te praten. De vrouw van brandweercollega Beckers biedt eveneens troost. De steun van die vrouw neemt bizarre vormen aan, waarbij de Pool steeds vaker ‘troost’ verwart met ‘pijn’. Als het paardje ten slotte moet worden afgemaakt en Geniek zijn verhouding met de vrouw van Beckers opbiecht aan Wen, is voor haar de maat vol: Wendela vertelt de Pool dat zij hem gaat verlaten, nota bene voor ‘het menselijk verlengstuk’. Daarop vertrekt Geniek naar een klooster, op zoek naar liefde, de Ultieme Liefde.
Geniek is gedurende de gehele roman op zoek naar liefde en denkt die te kunnen vinden door zichzelf volledig weg te cijferen en aldus ‘goed’ te zijn/doen. Maar wat is dat, ‘goed’, als je jezelf tekort doet? Wat houdt ‘liefde’ in? Nadat de Pool de liefde van de Heer gevonden denkt te hebben, komt hij bij zinnen en neemt de zorg voor tiener Jurek op zich. Hij mist de liefde echter, gaat ernaar op zoek, en denkt die te vinden via een date. De Oekraïense lijkt inderdaad de weg naar een goede afloop, maar dat kan natuurlijk niet in een roman van Grunberg. Het eindigt dramatisch.
Goede mannen is een typische Grunberg: mensen die de wereld om zich heen onvoldoende begrijpen en zichzélf nauwelijks kennen, mannen met onbereikbare idealen; vreemde gewoontes of verlangens houden zij erop na en je wilt hen continu waarschuwen. Het eerste deel van deze roman is uitmuntend. De uitgesproken sfeer van de jongens-onder-elkaar in een brandweerkazerne (toestanden die nu spelen in Amsterdam indachtig), het naderend noodlot van Borys, de troost die een wanhopig mens bij een dier kan vinden. Het deel in het klooster en Intermezzo had achterwege mogen blijven (ook al komt de Heer aan het einde weer als uitvlucht ter sprake). De reis naar Oekraïne had ingekort kunnen worden. Blijft staan: Goede mannen is een uitstekende roman, waarmee Grunberg weer eens bewijst de beste hedendaagse Nederlandstalige schrijver te zijn.
© Eus Wijnhoven, september 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Michel van Eeten – Heilige middelen € 20,99
In opdracht van de staatssecretaris schrijft Ludo Mueller stukken om Kamervragen te kunnen beantwoorden. Fraaie teksten om de maatschappelijke onvrede te kanaliseren. Hij is sinds zeven jaar getrouwd en heeft twee kinderen, Iris (6) en Jonas (3). Ludo is een egoïstische sarcast, maar ten aanzien van de kinderen is hij zorgzaam en het huishouden runt hij consciëntieus. Orde en regelmaat zijn de steunpilaren in z’n leven. “Schoonmaken is een van de weinige dingen die altijd zin hebben, die immuun zijn voor twijfel. Het moet gebeuren.” Twijfel is iets waar Ludo allergisch voor is.
Als Muellers vrouw hem op overspel betrapt, dreigt ze hem bij een volgende keer te zullen verlaten. “De gedachte dat het altijd beter kan (het huwelijk, EW), was gevaarlijke ballast waar je zo snel mogelijk vanaf moest zien te komen. Het maakte je blind voor wat er wél was, het maakte je ondankbaar. Zijn vrouw en hij hadden zich toegelegd op echtelijke samenwerking, op het draaiend houden van een gedeelde huishouding, met een glimlach en af en toe een orgasme.” Ludo slaat de waarschuwing van zijn vrouw in de wind, ten slotte kun je lust niet veronachtzamen, en blijft oud-collega Marla bezoeken, “de kuthoer.”
Muellers vrouw heeft een drukke baan als juriste bij de landsadvocaat. De verantwoordelijkheid voor het gezin vergt heel wat improvisatievermogen. Voor Ludo zijn rust, reinheid en regelmaat daarbij voorwaardelijk. Dat laat zijn vrouw zich makkelijk aanleunen. Er heeft zich een soort evenwicht in deze ‘organisatie’ gevormd, die echter ruw wordt verstoord wanneer een vermeende aanslag op het Ministerie tot paniekreacties leidt. Tijdens de vergadering die belegd wordt, springt Ludo uit zijn vel en vertelt zijn meerdere in scherpe bewoordingen waar het volgens hem echt aan schort in Nederland. Het is een tamelijk overspannen reactie, welke grote gevolgen zal hebben.
Ook Muellers vrouw zet op zeker moment de bloemetjes buiten. In eerste instantie leidt dit tot jaloerse reacties van Ludo, maar als zij dan ook nog eens nalatig is ten opzichte van de kinderen, escaleert de zaak.
Heilige middelen is een boek in de stijl van Grunberg: doorsneemensen die er het beste van proberen te maken, maar die daarin voortreffelijk falen…
© Eus Wijnhoven, september 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Inge Schilperoord – Muidhond € 19,99
Nadat Jonathan bij gebrek aan bewijs is vrijgesproken, reist hij terug naar het Noord-Hollandse dorp waar hij is opgegroeid. In het kustdorpje heeft de erosie toegeslagen, het gros van de woningen rond zijn ouderlijk huis is gesloopt. Gelukkig staat het huis van de buren er nog wel. Binnenkort moeten ook deze huizen eraan geloven. Er is hun al een huis toegewezen in een anonieme nieuwbouwwijk.
Al snel in het verhaal wordt duidelijk dat de man zich mogelijk vergrepen heeft aan een jong meisje. Jonathan heeft hard aan zichzelf gewerkt in de gevangenis. Zijn psycholoog is zeer te spreken over de vorderingen van de jonge dertiger. Trouw neemt Jonathan de oefeningen door nu hij weer in vrijheid is gesteld. Moeder zwijgt over de vermeende misdaad van haar zoon. Zij zoekt haar steun in de Heer. Ondanks een hoopvol begin van een nieuw leven, gaat het fout als blijkt dat de buurwoning is betrokken door een vrouw met een dochtertje van een jaar of twaalf. Dat kind blijkt ook nog eens de hond te hebben uitgelaten, zíjn hond, tijdens zijn internering.
In die val trap ik niet meer, denkt Jonathan, terwijl hij opgewonden raakt van de zachte nekhaartjes van het kind. “Blijf daar maar staan, zei hij in gedachten tegen haar, niet te dichtbij.” Zolang hij maar enige fysieke afstand tot haar houdt, zal alles goed gaan. Sterker nog: het is een oefening om zichzelf te beheersen en te bewijzen dat hij het kan, ondanks de drang van zijn penis die steeds vaker de kop opsteekt. Daarbij heeft hij een excuus: het meisje maakt zich zorgen om de gewonde vis die hij heeft gevangen, een muidhond oftewel zeelt. Soms sluipt ze hun huis binnen en gaat voor het aquarium in zijn kamer zitten. Afstand houden, denkt Jonathan, houd afstand! Zeg dat maar eens tegen zo’n wicht dat door iedereen is verlaten, wiens moeder de hele dag slooft in een café, een meisje vergeten door de wereld.
Natuurlijk loopt dit verhaal slecht af. Vanaf de eerste pagina’s bouwt Schilperoord de spanning op om die – tegen alle regels in – nooit te laten verslappen. ‘Ga weg, blijf uit zijn buurt,’ zou je het meisje willen toeschreeuwen. ‘Open je ogen, moeder, voor de drang van je zoon, help hem, bescherm dat kind!’ Tevergeefs… Vergrijpt Jonathan zich ook aan dit gekwetste meisje? Lees het zelf maar. In ieder geval kent het boek een verrassende afloop. Wat een prachtig, uiterst beklemmend, verhaal heeft Inge Schilperoord ons met Muidhond geschonken!
© Eus Wijnhoven, september 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
A.M. Homes is vooral bekend door haar romans. Vergeef ons leverde haar in 2013 de Women’s prize for fiction op. Met Dagen van inkeer bewijst ze dat zij ook als geen ander een verhalenverteller is. Daarbij weet zij vaak tragische gebeurtenissen of omstandigheden op indringende wijze te vertellen, waarbij haar typische droge humor je altijd weer besmuikt doet lachen.
In Broer op zondag gaat een groep bevriende stellen met elkaar naar het strand. Roger, de broer van de protagonist, zal hen bezoeken. Daar ziet Tom allesbehalve naar uit. “Het lijkt me leuk vanmiddag met hem te gaan varen,” zegt een van de vrienden. “Alleen als je belooft dat de boot kapseist,” antwoordt Tom. De vriend lacht. Hij weet dat Tom geen grapje maakt.
Dagen van inkeer speelt zich af tijdens een congres over genocide. Een oorlogscorrespondent en een schrijfster van fictie over de gruwelen die zich hebben afgespeeld in WO-II ontmoeten elkaar. Hij is getrouwd, zij heeft een lesbische relatie. De spanning tussen de twee stijgt, om uiteindelijk tot ontlading te komen.
Twee van de twaalf verhalen spelen zich af in Los Angeles. In Hallo allemaal vult Cheryl haar dagen door aan de rand van hun zwembad te hangen. Het betreft een gezin dat het breed laat hangen. Decadentie ten top. Men is gewend alles te krijgen wat men verlangt. Alles is uiterlijke schijn, terwijl de ware emoties zorgvuldig worden weggestopt. Walter, Cheryls beste vriend, komt uit een ander milieu en weet de leegheid van Cheryls bestaan te relativeren. Ontsnapt toont het gezin enkele jaren later. Cheryl studeert inmiddels in Minneapolis en wordt gemaand met spoed naar huis te komen. Een reden voor de noodoproep wil zus Abigail haar niet telefonisch mededelen. Als Cheryl uiteindelijk in LA arriveert, ontsnapt het ene familielid na het andere haar.
Een verhaal dat er uitspringt qua stijl is De nationale vogeltentoonstelling. We belanden als lezer in een chatgroup. Hilarisch zijn de berichten die over en weer worden geplaatst. “Volgens mij heb je helemaal geen vogels.” “Klopt.” “Hoe kom je hier dan terecht?” “Ik was aan het googelen.” Terwijl de groep toch echt parkieten als uitgangspunt heeft, schieten de berichten alle kanten op, waarbij menigmaal de korte zinnen volstrekt willekeurig zijn of volkomen langs elkaar heen lopen. Je moet je best doen om de teksten niet hardop uit te spreken.
Dagen van inkeer is een heerlijk boek over de relatie tussen mensen en hun angst het werkelijke leven onder ogen te zien.
Rob Verschuren – Tyfoon € 17,50
De twee vrienden Duc en Vinh zijn onafscheidelijk verbonden met hun vriendinnetje Mai. Als de laatste voorstelt ‘ooit’ met hen beiden te trouwen, omdat ze nooit hun drie-eenheid wil verliezen, is visserszoon Vinh geschokt. Duc, een vaderloze stille jongen, haalt slechts zijn schouders op. Gedurende hun tienerjaren blijven ze gedrieën optrekken.
Op zestienjarige leeftijd gaat Mai haar moeder helpen op de vismarkt terwijl de jongens aanmonsteren op verschillende vissersboten. Vinh is daar al snel in zijn element, maar Duc kan niet aan het bonken en deinen van het schip wennen. Dan komt Vinh met een geniaal idee: buitengaats liggen enkele eilanden die aan De Buffel toebehoren, een rijke man waarover de wildste geruchten de ronde doen in het vissersdorp. De Buffel heeft zijn rijkdom vergaard met vogelnestjes die aan de grotwanden hangen op de eilanden. Vogelnestjes zijn waardevoller dan goud. Op een nacht varen de twee vrienden dan ook naar een van de eilanden, maar ze worden betrapt. De Buffel legt de gevoelige Duc als straf op dat hij voortaan nestjes zal moeten plukken. Vinh, de meer pragmatische en praatgrage jongen, keert terug naar zee.
Als op zeker moment een burgeropstand uitbreekt om de armen een beter perspectief te bieden, sluit Vinh zich daarbij aan. Duc moet er niets van hebben. Vinh vertrekt naar het noorden, Mai en Duc blijven in het dorp en trouwen. Na enkele jaren is de burgeroorlog gestreden en ontmoeten de drie elkaar weer. Vinh bekleedt inmiddels een hoge positie bij de overwinnaars. Hoewel Mai nog als buffer tussen de vrienden van weleer probeert op te treden, geeft Duc geen krimp. Vinh heeft afgedaan voor hem.
De staat moderniseert onder de nieuwe bewindvoerders, de welvaart groeit, maar steeds meer van het oude vertrouwde wordt opgeofferd. Chinezen overspoelen het land en starten allerhande ondernemingen. Zo nemen ze ook de eilanden met de vogelnestjes in. Als Duc op zeker moment gewond raakt, verneemt hij een geheim dat hij nooit had willen horen. Nog een keer trekt hij naar de eilanden, terwijl het stadje zich voorbereidt op een naderende tyfoon.
Rob Verschuren woont al vele jaren in Vietnam. Als geen ander weet hij je de sfeer te laten proeven van die mysterieuze Oost-Aziatische culturen, de geuren, de geluiden. “Halverwege de middag had een korte bui het stof van de straten gespoeld, en uit het asfalt was de geur van olie en rubber opgestegen.” “Op de Riviermarkt begonnen stoffige vrachtwagens te arriveren met groenten en fruit uit de binnenlanden en rijst uit de delta, met bungelende varkenskarkassen uit het koude noorden en manshoge balen Chinese kleren die roken naar armoede en goedkope verfstoffen.” De Oosterse wijsheden waarmee hij het verhaal doorspekt: “Spijt en hoop zijn dwaze emoties, ze veranderen niets aan wat geweest is of wat komen gaat.” “Het verlangen naar de overkant inspireert ze (de grotzwaluwen, EW) tot hun mooiste zang. Verlangen is de meest creatieve aard van de ziel.” Vooral ook gaat het boek over taal, over standpunten. Duc en Vinh die vanaf hun geboorte samen zijn opgegroeid en elkaar uiteindelijk niet meer verstaan. Mai, die hun beider talen spreekt. Wat is vooruitgang? Is dat een aftands speeltuintje in een veilige buurt of is het een zoveelste nieuw appartementengebouw? Tyfoon is misschien wel het mooiste boek dat ik dit jaar heb gelezen. Niet voor niets prijst Cees Nooteboom het aan: ‘Je zult niet gauw een boek vinden met zulke personages.’
© Eus Wijnhoven, augustus 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Yolande Belghazi-Timman – Heldere mist € 20,00
Heldere mist gaat verder waar Moekoesja’s kus (de vorige roman van YBT) ophield: 1963. Elinor Elderson is 12 jaar en gaat naar de eerste klas van het Stedelijk Gymnasium in Delft. Daar blijkt zij een van de weinigen die niet is doorgestroomd van de (elitaire) Delftsche Schoolvereeniging. Elinor, Noor, komt van de Retiefschool, een basisschool uit een ‘mindere’ buurt. De angsten die zij aan het einde van de basisschool heeft weten te overwinnen, komen in alle hevigheid terug. Ze wordt gepest, en zelfs als dat niet daadwerkelijk gebeurt, ervaart zij het toch zo. Zelfs de leraren hebben de pik op haar. Daarbij heerst er thuis een duidelijke tweedeling in het gezin: Noor en vader Ward tegenover moeder Jetta en de andere kinderen. Dat heeft alles te maken met de grootmoeders, die beiden niet gelukkig waren met de keuze die zoon (van Moekoesja) en dochter (van Hortensia) hebben gemaakt voor elkaar.
Heldere mist speelt zich af in het Delft van de zestiger jaren. Ieder subhoofdstuk is voorzien van een songtitel van muziek uit die jaren. De betekenis daarvan is niet altijd even duidelijk. Heldere mist is geschreven vanuit de eerste persoon, waardoor je je als lezer onmiddellijk identificeert met Noor. Bij mij riep het herinneringen op aan mijn eigen jeugd: de onzekerheden die je als tiener ervaart (‘iedereen vindt mij stom’), de oneerlijkheid waarmee je te kampen hebt (‘altijd heb ik het gedaan’), de verliefdheden. Maar ook de hang naar een van je ouders in plaats van een gedeelde genegenheid voor hen beiden. Zo komt Jetta over als een hardvochtige vrouw, terwijl je tussen de regels door vooral bezorgdheid en onmacht inzake de opvoeding van Noor proeft. Ward is de liefhebbende vader, maar onverwacht klappen uitdelen kan hij ook.
Noor focust zich op het maken van vriendinnen en, later, een vriendje (Ludwig). Houvast, bied me alsjeblieft houvast, hoor je haar wanhopig binnensmonds schreeuwen. Als ze die geborgenheid maar niet vindt, besluit ze zich op zeker moment van het leven te benemen. Gelukkig mislukt die poging en zien we Noor langzaam maar zeker groeien. Op bepaalde momenten kun je haar inmiddels als zelfverzekerd typeren. Uiteindelijk durft ze voor zichzelf te kiezen en te staan voor haar ideeën.
Yolande Belghazi-Timman toont wederom als geen ander te kunnen schrijven vanuit een kind. Waarschijnlijk zullen veel tieners zich met Noor kunnen identificeren (“…de jongens maken rapporten over de meisjes. Voor elk onderdeel geven ze een cijfer.”). Overigens had het meisje iets minder mogen dromen, al doen die tieners dat waarschijnlijk veelvuldig, net als wij vroeger.
Het is prettig bepaalde locaties in Delft te (her)kennen. De brug die opengaat (ik herken de Koepoortbrug, maar het kan ook de Sebastiaansbrug zijn), het voormalig gymnasium tegenover het station. YBT beheerst de kunst om een sfeer te scheppen via geuren, kleuren en geluiden, wat niet iedere auteur is gegeven. “Boven de stadsmuur wordt het diepblauw. Uit de sneeuwlaag op de daken dampt roze licht.”
Heldere mist en Moekoesja’s kus kunnen los van elkaar worden gelezen, maar na een van beide boeken wilt u ook die andere.
© Eus Wijnhoven, augustus 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Robert Menasse – De hoofdstad € 23,00
Als je een inkijkje wilt hebben in het reilen en zeilen in Brussel, de EU, is dit jouw roman. Let op: roman, want het is een fictief verhaal.
En toch weet Menasse het zo te beschrijven, dat je denkt: o, zo zit het dus.
De hoofdstad begint met een varken dat ’s nachts door het centrum van Brussel loopt. Waar komt dat beest vandaan? En wat moeten wij, lezers, met een varken terwijl we een boek hebben gekocht dat het functioneren van de EU tot thema heeft? Troost u: dat varken komt meerdere malen terug (en niet omdat al die EU-bestuurders varkens zijn), ook als tastbaar voorbeeld in verband met regelgeving.
In Brussel wordt onderkend dat men een probleem heeft; de EU leeft niet meer, sterker nog: de burger wendt zich af van het Europese gedachtengoed. Nationalisme steekt overal de kop op. Dus wordt besloten een jubileum te organiseren waarbij ‘alle’ burgers van de EU betrokken worden. Martin Susman, werkzaam op de communicatieafdeling, heeft een plan: als thema kiest hij Auschwitz. Ten slotte was dat een van de redenen de EU op te richten: nie wieder. Hij ziet het tevens als middel tegen het woekerende nationalisme. Alle Europese lidstaten hebben geleden onder de Jodenvervolging, dus wat is een betere plaats – neutraal, niet aan een land verbonden – om zo’n memorabele gebeurtenis aan te verbinden? Het duurt even, maar uiteindelijk vindt men de ideale representant voor het gebeuren: David de Vriend, overlevende van Auschwitz. Zelfs de president van de EU haakt aan, dus het plan kan niet mislukken. Of toch? Je voelt hem al aankomen…
De hoofdstad schetst een onthutsend verhaal over het functioneren van de EU: we doen alles samen, uit ons aller belang, totdat we een sluipweg ontdekken, waarmee we iets meer voordeel kunnen behalen dan de rest, onder andere via de export van slachtafval (varkens) naar China. Ook Alois Erhart, emeritus hoogleraar economie en man van wereldfaam, kan daar niets aan veranderen. In de denktank inzake verbetering van het imago van de EU gooit Erhart alles in de strijd. Zijn laatste kunstje wordt voor hem een nachtmerrie in deze club van strebers en narcisten.
Dan is er ook nog die moord, de Atlas-moord. In hotel Atlas wordt een man doodgeschoten. Commissaris Brunfaut is verbijsterd dat alle aanwijzingen die hij met zijn team rond de moord heeft verzameld, spoorslags zijn verdwenen uit alle (ict-)systemen. Brunfaut is een oprecht mens, iemand die tegen wil en dank het beste voor de mensheid nastreeft, een man die gelooft in de kracht van de EU. Naïef? Waren maar meer mensen zo oprecht als Brunfaut en Martin Susman, waren er maar meer mensen die denken in het belang van velen in plaats van het eigenbelang. Brunfaut komt er uiteindelijk achter uit welke hoek de moordenaar komt, een schokkend verband tussen de EU en religieuze groeperingen. Menasse schrijft het niet (show, don’t tell), maar Brunfaut is verbijsterd en teleurgesteld dat hij nooit achter de naam van de dader zal komen, die wij als lezer al in het begin van het boek kennen.
De hoofdstad is in Duitsland verkozen tot het beste boek van 2017. Natuurlijk heb ik niet alle boeken gelezen die in dat jaar in Duitsland zijn geschreven, maar deze roman is op meerdere gebieden een aanrader: Menasse schrijft prachtig proza, Menasse toont ons een zeer geloofwaardige blik in de ambtenarencultuur van de EU, waar eigen gewin en carrière vele malen belangrijker zijn dan het welzijn van ons EU-burgers. De hoofdstad is een van de beste romans die ik dit jaar heb mogen lezen.
© Eus Wijnhoven, augustus 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Jonas Jonasson – De 100-jarige man die terugkwam om de wereld te redden € 19.99
Jonas Jonasson is gek, dat kan niet anders. Als je in staat bent een geloofwaardig boek te schrijven vol hilarische wendingen waarin je de ijkpunten van een eeuw vervat, beginnen mensen te twijfelen aan je verstandelijke vermogens. Als je dat vervolgens herhaalt, maar nu op basis van actuele wereldpolitiek, ben je gek (of geniaal).
Allan Karlsson, held uit De 100-jarige die uit het raam klom en verdween, leeft samen met kruimeldief Julius Jonsson in weelde op Bali. Langzaam maar zeker raken hun financiële middelen uitgeput. Daar kan de aspergeteelt van Julius geen verandering in brengen. Het is dan ook een geluk bij een ongeluk als de twee tijdens een ballonvaart ter ere van de 101e verjaardag van Allan in zee belanden. Maar wat onfortuinlijk dat nu juist een Noord-Koreaans schip hen weet te redden. En dan begint de tocht in de achtbaan die genoeglijk bekend verondersteld moge worden bij lezers die Jonassons werk kennen.
Het schip heeft niet alleen de twee Zweden aan boord, maar ook vier kilogram verrijkt uranium. Allan doet zich voor als Zwitsers kernwapenexpert en zo ontmoeten zij Kim Jong-un, waarbij zij vernemen dat er nog eens vijfhonderd kilogram uranium besteld is in Afrika. De twee vreemde snuiters beseffen dat zij moeten ontsnappen willen zij dit avontuur overleven. Wonderwel slagen zij daarin, met hulp van de Zweedse Minister van Buitenlandse Zaken. Vanzelfsprekend smokkelen zij het uranium mee het land uit.
Allan besluit hun buit over te dragen aan president Trump, die hem echter dermate schoffeert dat hij daarvan afziet. Zijn enige hoop is daarna gevestigd op Angela Merkel, een saai maar stabiel politiek leider, misschien wel de laatste in deze tijden van polarisatie. Zo eenvoudig zijn de plannen van de Zweden echter niet uitvoerbaar.
Eenmaal terug in Zweden belanden Allan en Julius in de handel in grafkisten. Vanzelfsprekend gaan zij ook daar weer op verkeerde lange tenen staan, wat resulteert in een spectaculaire achtervolging met tal van hilarische gebeurtenissen tot gevolg. Dat Allan daarbij terloops de grote lading verrijkt uranium weet te onderscheppen waar Kim Jong-un zo naar uitziet, is de kers op de taart.
Jonasson heeft in dit verhaal bestaande personen ten tonele gevoerd wiens karakters de lezer in grote lijnen kennen. Hij zet deze personen zeer geloofwaardig neer. Het verhaal wordt tevens gebruikt om Jonas’ zorgen omtrent de huidige ontwikkelingen in de wereld te delen. Politieke leiders die hun beleid vooral vormgeven ter meerdere eer en glorie van zichzelf, de minachting waarmee in de Westerse wereld met vluchtelingen wordt gemarchandeerd, het ongebreidelde gebruik van social media. Voor de lezers die dictators als Kim Jong-un en hersenloze narcisten als Donald Trump bewonderen, zal deze roman even slikken zijn.
Is Jonas Jonasson nu gek of geniaal? Ik houd het bij het laatste, al sluimert er enige twijfel…
© Eus Wijnhoven, juli 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Tessa IJzermans – Het houten bestek €19,99
Op vijfjarige leeftijd kan Mathilde ’s nachts de slaap niet vatten. Samen met haar broertje sluipt ze naar beneden om snoepjes te pikken. Dan ontdekt ze helemaal achterin een keukenkastje een kistje met houten bestek. Als ze haar moeder de volgende dag naar de betekenis van die voorwerpen vraagt, vertelt moeder dat het bestek te maken heeft met papa en de oorlog. Als Mathilde doorvraagt, kapt moeder haar af. Over de oorlog wordt niet gesproken. Nooit meer.
Vader Mart is een vrolijke man, een goede echtgenoot en een liefhebbende vader. Af en toe is hij echter afwezig en onbereikbaar. In 1968 gaat Mathilde op kamers in Breda. Mart stort even later in en sluit zich volkomen in zichzelf op. In het weekeinde, als Mathilde haar ouderlijk huis bezoekt, blijkt daar iets veranderd. Ineens is er een enorme afstand tussen haar en Mart. Moeder spreekt nog uitsluitend met afkeuring over vader. Ze wil dat hij iets aan zijn problemen doet. Bovendien vervalt het gezin langzaam maar zeker in armoede. Steeds vaker denkt moeder terug aan haar jeugd, gedrenkt in weelde. Een verzetsuitkering kan uitkomst bieden, maar Mart wil daar niet aan. Weliswaar heeft hij kleine verzetsdaden verricht voordat hij in 1943 werd opgepakt door de nazi’s, maar hij wil naar de toekomst (blijven) kijken, zoals hij altijd heeft gedaan nadat hij uit de Arbeidseinsatz was teruggekeerd.
Uiteindelijk ziet Mart zich genoodzaakt zich te laten onderzoeken. Met psychiater Brakmeijer praat hij voor het eerst over de verschrikkingen die hij in Duitsland heeft meegemaakt. In diezelfde periode vindt Mathilde haar vaders dagboek uit die tijd en komt ze te weten waarover nooit gesproken mocht worden.
Het is uitzonderlijk dat een auteur in de herfst van haar leven debuteert. Schrijven kan IJzermans, zoveel is zeker. Met Het houten bestek geeft zij een stem aan de circa 600.000 mannen die in WO-II in Duitsland tewerk zijn gesteld. Bij terugkomst in Nederland werden zij vaak als verraders beschouwd. De twee verhaallijnen, die van Mathilde en die van Mart, zijn knap verweven; de toon is echter afstandelijk. Is dat het gevolg van de autobiografische gegevens waarop dit boek is gebaseerd? Misschien is dat ook de reden dat de stijl tamelijk journalistiek aandoet in beide verhaallijnen. Kom vooral niet te dichtbij, lezer, lijkt IJzermans daarmee onbewust uit te drukken. Waarom zou u dat boek toch moeten lezen? Al was het maar om kennis te nemen van de ellende die honderdduizenden landgenoten tijdens WO-II hebben ondergaan, een geschiedenis die volstrekt in de vergetelheid is geraakt.
© Eus Wijnhoven, juli 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Graham Swift – Last orders € 12,95 (Alleen nog in het Engels verkrijgbaar)
Drie vrienden verzamelen zich in de Coach and Horses, een eeuwenoude pub. Ze laten zich door Bernie een pint inschenken, al is het nog voor noon. Veel wordt er niet gesproken. Vandaag gaan zij de as uitstrooien van hun oude kameraad Jack Dodds. Dan komt er een luxe Mercedes voorrijden. Achter het stuur zit veertiger Vince, handelaar in auto’s, een wees die door Jack en diens Amy is opgevoed. Verbaasd staan de drie bejaarde mannen voor het raam van de pub naar die mooie auto te kijken.
Begrafenisondernemer Vic, groenteboer Lenny en boekhouder Ray kennen elkaar al decennia. Jack en Ray hebben zij aan zij gevochten tijdens WO-II in Noord-Afrika. Ook Lenny heeft zijn gevechtsherinneringen aan die tijd. En Vincey? Hij heeft in Noord-Afrika gediend, toen hij op de vlucht was voor de ultieme droom van stiefvader Jack: overname van de slagerij van Jack. Dan liever tekenen in het leger.
Juist voor Jack overleed aan darmkanker, heeft hij 1000 pond geleend van Vince. Dat zit de stiefzoon dwars, want wat is er met dat geld gebeurd? En waarom gaat Amy niet mee om Jack’s as uit te strooien bij Margate, in zee? De drie oudere mannen hebben zo hun vermoedens waarom Amy het laat afweten. Natuurlijk, ze bezoekt June op twee vaste dagen per week, maar een keer kan ze toch wel overslaan? June herkent haar moeder niet eens, ze heeft het geestelijk vermogen van een tweejarige. June, Jack’s enige nakomeling, een geestelijk gehandicapt meisje dat hij zijn leven lang heeft genegeerd.
Tijdens de rit naar Margate denken de passagiers aan de verwikkelingen die zich bij leven tussen hen hebben afgespeeld. Af en toe worden zaken uit het verleden opgerakeld, wat in een geval leidt tot een heus handgemeen waarbij harde klappen vallen. En voort maar weer, richting Margate. De wroeging van Ray neemt toe: hij heeft Jack beloofd die 1000 pond in te zetten tijdens een paardenrace, om iets achter te laten voor Amy. Ten slotte draaide de slagerij al jaren op een laag pitje. Natuurlijk won Lucky Ray, drieëndertigduizend pond zelfs. Maar toen hij Jack het geld wilde brengen, bleek die enkele uren daarvoor te zijn overleden. En nu? Lucky Ray…
De tocht naar Margate verloopt via omwegen. Vince, die Jack haatte, bezoekt plaatsen die een rol hebben gespeeld in het leven van zijn stiefvader. De anderen worden ongeduldig, onrustig, maar ieder voor zich heeft de tijd nodig om met zichzelf in het reine te komen. Op Vic na dan, daar kleeft geen vlekje aan. Als zij uiteindelijk bij het strand arriveren, steekt een vervaarlijke wind vanuit zee op.
Last orders is geschreven vanuit het perspectief van verschillende personen. Ray blijft echter the leader of the pack. Het is een verhaal over vriendschap, liefde en onderling venijn; ogenschijnlijk normale zaken, maar wel gebeurtenissen die bepalend zijn in een leven. Een heerlijk boek!
© Eus Wijnhoven, juli 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Fredrik Backman – Björnstad € 22,50
In hoeverre bepaalt een sportvereniging de hoop en het verlangen van haar inwoners? Volledig, in Björnstad. De levens van alle inwoners van dit Zweedse stadje zijn op een of andere manier verbonden aan de ijshockeyclub. Vaders hebben er in hun jeugd gespeeld, winkeliers sponsoren de club zodat zij klandizie hebben, moeders brengen hun kinderen trouw naar de trainingen en vaders moedigen hun zonen vanaf de tribune aan. Het hoogst haalbare voor tieners is een plaats in het juniorenteam. Als je daar eenmaal voor wordt geselecteerd kun je doen en laten wat je wilt, zal men je gedrag uitsluitend nog beoordelen aan de hand van je prestaties op het ijs. Alles voor het team, alles voor de club. En toch zijn er ongeschreven wetten die niet overtreden mogen worden. Als Kevin, de beste speler van het juniorenteam, een misdaad begaat, valt de hechte gemeenschap uiteen.
Björnstad is geschreven vanuit verschillende perspectieven: asielzoeker Amat, wiens moeder een schamel gezinsinkomen verdient als schoonmaakster op de club; Benji, beste vriend van Kevin en de rots van het team, een stoere kerel die een groot geheim bij zich draagt; Peter, ooit profspeler en nu trainer, vader van Maya en Leo; Sune, de oude trainer die aan de kant geschoven moet worden. En Maya, vooral Maya.
Vriendschap is een belangrijk thema in het boek. Tegen welke spanningen is vriendschap bestand? Wat als je een calimerocomplex kunt overwinnen door een belangrijke zege te behalen en als dat door onvoorziene omstandigheden mislukt? Backman schildert op ingenieuze wijze de ogenschijnlijk kleine beslommeringen van mensen ten gevolge van het wel en wee rond een ijshockeyclub. Zelfs wanneer sport je op geen enkele wijze kan boeien, zal Björnstad je tot de laatste pagina boeien.
© Eus Wijnhoven, juli 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Bertram Koeleman – Het wikkelhart € 19,99
Studievrienden Dom en Nick gaan op zomervakantie naar Saint-Honoré, Frankrijk. Zoals dat gaat bij jongens en meisjes van die leeftijd is het op de camping een dolle boel, met veel drank en weinig slaap. Nick geniet daar met volle teugen van, terwijl Dom wordt gehinderd bij zijn ambities: hij wil schrijven. Tijdens de vakantie wonen de twee jongens een bijzondere voorstelling bij op een afgelegen boerderij, een hallucinatie die invloed zal hebben op de rest van hun leven.
Inderdaad breekt Dom spoedig door met zijn werk: een verhaal van zijn hand verschijnt in een literair tijdschrift. Nick feliciteert hem uitbundig en vraagt of Dom ook eens een verhaal van hem wil lezen. Tot Doms verbijstering blijkt dat verhaal gebaseerd op de bizarre voorstelling in de buurt van Saint-Honoré.
Dom trouwt met Lily, een vriendin van Nick. Dom verdient zijn geld als boekverkoper en probeert een roman te schrijven. In tegenstelling tot Nick, die al snel de reputatie van bestsellerauteur bereikt, lukt het Dom niet meer dan enkele pagina’s te produceren. Telkens weer beschrijft hij in de kern dezelfde situatie om daarna voor zich uit te kniezen en zich te verliezen in drank. Dat wordt zelfs de opgeruimde Lily teveel en na een ruzie besluit Dom het gezin ‘voor even’ te verlaten. Hij vindt onderdak in het grachtenpand van Nick, die naar Parijs vertrekt, waar een van zijn boeken verfilmd zal worden. Zonder Nick in te lichten, reist Dom hem achterna. In Parijs wordt hij geconfronteerd met de harde waarheid: Nick heeft het gebeuren op de boerderij tot verhaal verwerkt, waarbij hij een van de twee vrienden als schlemiel omschrijft. Met dat meelijwekkende personage wordt Dom verbeeld. Dan volgt een harde confrontatie tussen de twee gewezen vrienden.
Met name op basis van de flaptekst zijn mijn verwachtingen op de proef gesteld bij dit boek. Het ‘schokkend incident’ heb ik niet kunnen ontdekken en de uitgeverij trekt Koeleman een grote broek aan als men zijn werk vergelijkt met dat van Paul Auster, een van mijn favoriete auteurs. Via een leesclub kwamen er echter inzichten naar boven waardoor de vergelijking met Auster door de uitgeverij misschien niet eens zo gek is. Sterker nog: bestudeer na lezing de naam van de protagonist, Domenic. Wellicht gaat er dan ook bij u een lampje branden.
© Eus Wijnhoven, juni 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Jaan Kross – Tussen drie plagen € 39,90
Tallin – voor de Estse onafhankelijkheid Reval genaamd – begin zestiende eeuw. De inwoners van de stad zijn onderverdeeld in drie klassen: ridders en edellieden, koopmannen, en het grauw. Met de laatste wordt het gepeupel bedoeld, boeren, eenvoudige handwerkslieden, ambachtslui. Daarnaast is er de scheiding tussen Duitsers en niet-Duitsers. De eersten staan bovenaan de ladder van de maatschappij.
Balthasar Russow is een jongen van het grauw. Hij groeit op in Kalamaja, een volkse wijk buiten de stadsmuren, ten westen van Tallin en direct aan de Finse Golf gelegen. Balthasar gaat zoals veel kinderen in die jaren naar de lagere school (later zullen de kinderen uit die klasse nauwelijks nog kansen tot scholing krijgen). Al snel onderscheidt hij zich van zijn klasgenoten door zijn leergierigheid en vernuft. En dat voor een jongen uit het grauw… Op zeker moment krijgt hij van twee weldoeners de mogelijkheid in Duitsland verder te studeren: handelaar Kemmelpenning wil zijn theologiestudie financieren, en dokter Friesner zou hem graag medicijnen laten studeren. Balthasars keuze wordt min of meer door het lot bepaald: als hij een verhouding met Catharina Friesner krijgt, besluit hij daaraan te ontsnappen door theologie te kiezen.
Eenmaal terug uit Duitsland wordt hij aangesteld in een van de kerspels (protestante gemeenten) van Tallin. De godvrezende jongeman die de zuivere leer van Luthers naaste medewerker Melanchthon predikt, stijgt in aanzien, al hebben bepaalde kringen moeite met die omhooggevallen jongen uit het grauw, die jongeman waaraan ‘die naar varkensstront zal ruiken’. Ogenschijnlijk ligt Russow daar niet wakker van. Zijn aandacht, en die van zijn stadgenoten, wordt in die decennia gegijzeld door oorlogen en uitbraken van de pest. Onderwijl maakt hij carrière en wordt aangesteld als voorganger van de Heilige Geestkerk, een gemeente die vooral uit niet-Duitsers bestaat. Russow gedraagt zich voor en na die aanstelling als een bronstige stier (met de huidige mores zou hij een voorvader van Harvey Weinstein kunnen zijn: zijn positie biedt hem legio mogelijkheden). Hij trouwt ‘gunstig’. Zijn echtgenote(s) veronachtzaamt hij echter. Als zij een luisterend oor zoeken en vinden bij derden, vermoedt Russow overspel, waarop hij hen onbewust de dood injaagt. In die woelige tijden vindt hij rust in het schrijven van een kroniek van Estland. Balthasar beseft dat hij in een interessante tijd leeft, waarin Estland speelbal is van het Zweedse rijk, van de verderfelijke (want paapse) Polen en van de barbaarse Moskovieten. Keer op keer wordt het land door vreemde mogendheden binnengevallen. Daarbij breekt ook nog eens met grote regelmaat de pest uit in de stad.
De kroniek van Russow blijkt een bestseller. Hij strijkt daarmee echter velen tegen de haren in. Zo roemt hij de boeren en het grauw, terwijl de ridders en adel er bekaaid vanaf komen. Ook veroordeelt hij de Moskovieten onvoldoende naar de zin van de edellieden van de stad. Maar als het politieke klimaat hem gunstig gezind is, stijgt zijn roem tot grote hoogte. De jaren van armoede zijn weldra voorbij. Toch blijft hij voor zijn gemeente de voorganger die zo oprecht preken kan, die het volk begrijpt. Armoede of rijkdom doet daar niets aan af.
Nadat zijn oude studievriend Bade hem na meer dan dertig jaar in Tallin komt opzoeken en hem vraagt waarom Balthasar dertig jaar is blijven hangen in deze stad, gaat Russow bij zichzelf te rade. Dan komt hij tot het inzicht dat het niet omwille van zijn gezin is geweest. Wat was het dan wel? ‘Wat zou ik voor hoop op een antwoord koesteren, als Prediker heeft gezegd: “Ik bekeek al het gedoe onder de zon. En het bleek allemaal ijdel en grijpen naar wind!”’ Dan beseft hij dat dit precies is wat hij zijn hele leven heeft gedaan.
Tussen drie plagen is een boeiende historische roman. Wat die drie plagen precies zijn? Oorlog en de pest, zoveel is zeker. Maar de derde? IJdelheid? Zij die de Bijbel kennen, zullen dit boek nog meer waarderen dan anderen, want kunnen tussen de regels door de bedoelingen van de predikanten nog beter duiden. Wat een meesterwerk is dit!
© Eus Wijnhoven, juni 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Patricia Jozef – Glorie € 19,99
Marcel Jacobs besluit na zijn studie het even rustig aan te doen. Het zal niet lang duren voor zich een ideale baan zal aandienen. Bovendien verdient zijn vrouw Emmy genoeg om hem en dochter Mette te onderhouden. Dat van die ideale baan valt echter tegen en Marcel raakt er in enigerlei mate depressief van. Zelfs loopt hij enige tijd bij een psychiater. Die kan hem met al zijn psychologische dooddoeners echter niet raken. Dan besluit Marcel het over een andere boeg te gooien: als hij een vacature voor een interessante baan ziet, besluit hij een cv bij elkaar te verzinnen. Wonder boven wonder slaat hij zich ferm door de muur van argwaan die men in eerste instantie jegens hem en zijn verhaal koestert, maar uiteindelijk krijgt Marcel de baan: eventmanager van de prestigieuze Tienersacademie in Antwerpen.
Zeer bevlogen gaat Marcel aan de slag en hij weet de kunstacademie nieuw leven in te blazen. In het kader van teambuilding organiseert hij een Breughelbanket, wat de verloren gegane saamhorigheid onder docenten en directie van het instituut weer doet ontluiken. Daarnaast organiseert hij een congres in Berlijn getiteld The artist as a researcher. Dat beantwoordt uitstekend aan de wens van directeur Herman Bubber om de academie een meer academische uitstraling te geven. Het meest geniet Marcel nog van de hoorcolleges die hij aan studenten geeft, waarin filosofische gedachten en discussies het uitgangspunt vormen. Zijn succesvolle ingrepen komen Marcel echter duur te staan.
De succesvolle kunstenaar Bodine Bourceaud’hui besluit op het laatste moment in te gaan op de uitnodiging van de Tienersacademie voor het congres in Berlijn. Sinds zij zwanger werd van zoon Abel heeft zij haar atelier nauwelijks meer van binnen gezien. Dat duurt inmiddels zo’n twintig maanden voort. Misschien kan het congres haar weer het heilige vuur verschaffen. Ondanks dat zij zich schuldig voelt om man en kind in te steek te laten, reist zij in haar oude Ford af naar Berlijn. Daar ontmoet zij onder andere enkele mensen van de Tienersacademie.
Een vulkaanuitbarsting op IJsland resulteert erin dat er voorlopig niet in het noordwestelijk deel van Europa kan worden gevlogen. De drie mensen van de Tienersacademie, Herman, Sarma en Jerome, zitten met de handen in het haar: ze moeten terug naar België. Geen haar op haar hoofd die overweegt de drie in haar Ford uit te nodigen, totdat Bodine de naam Marcel Jacobs hoort vallen. Gevieren aanvaarden zij de terugreis. Bodine wil weten waarom Marcel is ontslagen. Zij bijt zich erin vast de waarheid te achterhalen. Deze pelt zich langzaam maar zeker af als bij een ui. Maar waarom is Bodine daar zo in geïnteresseerd?
Patricia Jozef studeerde schilderkunst en filosofie. Glorie is haar debuutroman die de shorlist haalde van zowel de Hebban Debuutprijs als de ANV Debutantenprijs (winnaar van de laatste wordt op 3 juli 2018 in Dordrecht bekend gemaakt).
© Eus Wijnhoven, juni 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Marek Šindelka – Materiaalmoeheid €19,99
In 2016 heb ik Marek geïnterviewd voor de lezerscommunity Hebban. We bespraken toen zijn roman/verhalenbundel Anna in kaart gebracht. Deze roman, of volgens sommigen verhalenbundel, is zeer fragmentarisch opgebouwd. Toen al vertelde hij me dat Materiaalmoeheid een veel traditioneler opzet had, mede vanwege het thema: de uitzichtloze situatie van vluchtelingen uit het Midden-Oosten in Europa. “Dat verhaal is te heftig om fragmentarisch op te bouwen. De erbarmelijke toestanden van de hoofdpersonen vragen al genoeg van de lezer. Een ingewikkelde compositie zou te veel van de lezer vergen.” Een waarheid als een koe.
Materiaalmoeheid is het verhaal van twee tienerbroers. De roman wisselt af tussen de een en de ander. Op weg naar ‘een stad in het noorden’ – de naam van de stad wordt nergens prijsgegeven – verliezen de twee elkaar uit het oog. De oudste van de twee, Amir, wordt door mensensmokkelaars meegenomen, terwijl zijn jongere broertje (naamloos) achterblijft. Waar zij zich bevinden blijft onduidelijk. In tegenstelling tot Amir is de jongste van de twee volstrekt alleen, ontmoet hij geen mensen, behalve de keer dat de politie hem op de hielen zit. Hij zwerft door een bevroren streek. De behoefte aan eten en vooral aan water heeft Šindelka knap weten te tonen, zo erg zelfs dat je dorst krijgt bij bepaalde passages. Maar vooral de uitzichtloosheid, het onmenselijke beleid waardoor de jongens tot wanhoop worden gedreven, maakt Materiaalmoeheid tot een inktzwarte roman.
Op 3 juni interviewde vertaler Edgar de Bruin Šindelka bij de Haagse Kunstkring. Daar liet Marek zich ontvallen dat hij bewust niet het land had genoemd waar het verhaal zich afspeelt. “In de Tsjechische Republiek ben je beter af als gevangene dan als vluchteling.” Dat geldt voor meerdere zogenaamde transitlanden. Het boek zou bij voorbaat zijn neergesabeld door de Tsjechische pers als hij het daar zou situeren. Ondanks dat heeft de publicatie van het boek geresulteerd in een lawine van hatemail. Ook de afkomst van de broers laat Šindelka in het midden. “Als ik in de eerste zinnen had gemeld dat het jongens van Arabische origine betreft, zouden mensen niet verder lezen.”
Materiaalmoeheid is een roman met een boodschap. Besef jij wat die miljoenen vluchtelingen vaak doorstaan? Hoe zij in veel Europese landen worden behandeld? Daarnaast is Materiaalmoeheid ook een roman over de band tussen twee broers, jongens die niets meer hebben dan elkaar, en elkaar door het lot uit het oog verliezen. De prachtige vertaling van Edgar de Bruin maakt Materiaalmoeheid compleet: dit boek moet u kopen!
© Eus Wijnhoven, juni 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Jan van Aken – De ommegang € 24,50
1415. Isidorus van Rillington zit opgesloten in een donkere keldergevangenis in Konstanz. Af en toe hoort hij geluiden in zijn kerker en hij vermoedt dat er een medegevangene is. Het komt hem goed uit dat deze niet spreekt, zodat hij ononderbroken zijn levensverhaal kan vertellen, hoe hij als vondeling opgroeide in een abdij in Rillington, North Yorkshire. Al op jonge leeftijd neemt hij zich voor tot een van de machtigste mannen van Europa te willen uitgroeien, maar daarvoor zal hij allereerst een hoop kennis moeten vergaren. Wellicht kan hij zelfs ooit Paus worden.
De ommegang speelt zich af van 1373 tot 1415. Na studies schone kunsten en medicijnen vertrekt Isidorus naar Parijs waar hij architectuur studeert. Zijn fotografisch geheugen helpt hem daar enorm bij. Alle belangrijke boeken uit die tijd kan hij moeiteloos citeren. Om zijn ambitie als groot architect te realiseren, reist hij af naar steeds verder streken. Hij belandt gedurende roerige tijden in het huidige Turkije, verneemt over een reis van ene Marco Polo en besluit in diens voetsporen te treden. Hij beleeft bizarre avonturen. Uiteindelijk strandt hij in China, waar zijn reis abrupt door de zee wordt afgebroken. Een zeevaarder is hij namelijk allerminst. Met de kennis die hij inmiddels heeft opgedaan, aanvaart Isidorus de terugreis naar Europa. Hij vestigt zich als arts in Konstanz waar een belangrijk concilie zal worden gehouden en één van twee rivaliserende Pausen zal worden gekozen tot hoofd van de katholieke kerk. In Konstanz belooft hij de kathedraal uit te bouwen tot de mooiste van Europa. Zijn geld verdient hij ondertussen met de behandeling van, voornamelijk, prostituees.
Jan van Aken heeft met De ommegang een kloeke roman geschreven. Het is verbluffend hoe hij daadwerkelijke historische personen en gebeurtenissen aan elkaar weet te rijgen. Als enige minpunt: Isidorus is wel een erg egoïstische branieschopper. In zijn ongebreidelde hang naar macht gaat hij letterlijk over lijken. Aan alles komt echter een eind, en zo ontdekken we in de laatste pagina’s waarom Isidorus in de kerker is beland en is de cirkel rond.
© Eus Wijnhoven, juni 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Ayn Rand – De kracht van Atlantis €32,50
Ayn Rand, in 1905 te Sint-Petersburg geboren als Alissa Zinovievna Rosenbaum, was een joods-Russische die als tienermeisje al begon met schrijven. Op de vlucht voor de bolsjewieken belandt zij in 1926 bij familie in de VS. In eerste instantie schreef zij vooral filmscripts. Ze brak echter door met Anthem, in 1943. Wereldwijd werden er miljoenen van verkocht. In 1957 verscheen Atlas shrugged dat in de VS insloeg als een bom. Ook als grondlegger van het objectivisme verwierf zij blijvende faam met haar theorie getiteld The virtue of selfishness waarin egoïsme en hebzucht worden bewierookt.
Atlas shrugged is het verhaal van de (fictieve) collectivisering van Amerika. Als kapstok om het verhaal aan op te hangen, heeft Rand de Taggart Transcontinental Railroad gecreëerd. Dagny Taggart en haar broer Jim leiden de succesvolle spoorwegmaatschappij die hun grootvader heeft opgericht. De twee blijken een geheel verschillende visie te hebben op het runnen van het bedrijf. Dagny is de ondernemer pur sang, terwijl Jim zijn oren naar de overheid laat hangen zonder enig initiatief te tonen. Die overheid bedenkt in tijden van toenemende armoede steeds rigoureuzer richtlijnen voor de industriëlen. Via fakenews manipuleert zij de berichtgeving waarin zij de schuld van de situatie in het land in de schoenen van de producenten schuift. Ondertussen worden de grootindustriëlen aan banden gelegd, waarna velen de handdoek in de ring gooien en hun bedrijf – vaak na dat te hebben vernietigd – in arren moede verlaten. Veel van Dagny’s vrienden zijn daarna plots van de aardbodem verdwenen. Ook Taggart Transcontinental kan nauwelijks het hoofd boven water houden. Toch praat Jim de overheidsmaatregelen keer op keer goed. De producenten – symbool voor de Atlas-figuur die de wereld op zijn schouders draagt – dienen zich op te offeren ten behoeve van de verschoppelingen (ofwel parasieten en plunderaars). Uit onmacht tekenen zij de decreten van de overheid, en daarmee hun doodvonnis.
Als Dagny haar laatste hoop heeft gevestigd op een jonge ingenieur, mist zij op het laatste moment een afspraak met de man. Zij ‘kaapt’ een vliegtuigje en achtervolgt het toestel waarin de wetenschapper zojuist is opgestegen. Per toeval belandt zij in een geïsoleerde maatschappij verscholen in de bergen. Daar ontmoet zij John Galt, unieke uitvinder, ondernemer en – volgens Dagny – de meest fantastische man/mens die zij ooit is tegengekomen.
In feite is Atlas shrugged een essay verpakt in een verhaal. Dat essay – het hoofdstuk This is John Galt speaking – geeft gortdroog de filosofische boodschap van Rand weer. Je kunt dat hoofdstuk gevoeglijk overslaan. Haar visie is je in de voorgaande 1000 pagina’s al duidelijk geworden.
Atlas shrugged wordt nog steeds door hele volksstammen in de VS gelezen. Rand’s filosofie, tegen iedere vorm van collectivisme, wordt ook nu door veel Amerikanen aangehangen. Het boek is een great American novel, waarin Rand uiterst scherp karakters schetst, al is dat soms overdone.
© Eus Wijnhoven, mei 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Arjen van Veelen – Aantekeningen over het verplaatsen van obelisken €19,99
De protagonist reist onder het mom van een zoektocht naar het graf van Alexander de Grote naar Alexandrië, Egypte. De ware reden van deze reis is echter een hele andere. In zijn studententijd heeft hij met zijn vriend Tomas afgesproken elkaar in Alexandrië te ontmoeten voor de bibliotheek aldaar. Helaas is Tomas overleden. Om toch iets van de belofte in te lossen, besluit de ik-figuur het nagelaten werk van Tomas achter te laten in de bibliotheek van Alexandrië. Deze zou ten slotte van alle gepubliceerde boeken een exemplaar bevatten. De zoektocht naar Alexander de Grote is vooral gebruikt als kapstok om het verhaal van een vriendschap aan op te hangen, al vertonen zowel Alexander als Tomas dezelfde karaktertrekjes: zij zijn continu bezig met hoe zij overkomen op anderen.
De ik-figuur gaat als zeventienjarige literatuurwetenschappen studeren in Leiden. Daar ontmoet hij de Vlaamse Tomas, een flamboyante egotripper. De protagonist kijkt op tegen Tomas, een student die geen enkel college volgt maar liever aantekeningen van anderen overschrijft. Colleges leiden hem maar af van datgene waar het werkelijk om gaat in het leven: poëzie schrijven. Via zijn boeken wil hij zich vereeuwigen. En laat die Tomas nu juist de ik-figuur hebben uitverkoren, de introverte jongen die het liefst in zijn eentje op zijn kamertje zit. De ijverige student lift mee op de uitspattingen van Tomas. Hij kijkt op tegen die levensgenieter en bewondert hem om diens volstrekte onafhankelijkheid. Helemaal zonder ergernis was hun vriendschap overigens niet. Af en toe stoorde de ik-figuur zich aan zijn vriend: “Ik stoorde me aan zijn opsommingen. … de auto leek opeens weer veranderd in een collegezaal.” Tijdens het bezoek aan Alexandrië duiken allerlei herinneringen op aan deze wonderbaarlijke vriendschap. Vaak gebeurt dat aan de hand van mooie metaforen: “Mijn geest ging in die dagen liggen als een vermoeide mot.”
Tomas heeft het karakter van zijn schuchtere vriend echter niet kunnen veranderen. Zo constateert deze in de ontbijtzaal van zijn hotel: “Het lucht me op dat het zaaltje verder helemaal leeg is. Ik houd er niet van te ontbijten temidden van vreemden, als je gezicht nog niet klaar is voor de voorstelling van de dag …”
Met Aantekeningen over het verplaatsen van obelisken heeft Van Veelen een vriendschap willen beschrijven zoals hij had gewenst dat die vriendschap daadwerkelijk was (aldus Van Veelen tijdens een interview door Marcel Möring). Daarbij wilde hij zijn vriend Thomas Blondeau mythologiseren. Aantekeningen over het verplaatsen van obelisken is een boek dat een grote schare lezers zal bekoren.
© Eus Wijnhoven, mei 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Esther Gerritsen – De trooster € 19,99
Sinds vijf jaar is Jacob in het klooster getreden. Hij functioneert daar als conciërge, waarbij hij af en toe taken van een koster vervult. Jacob is gehandicapt: de linkerkant van zijn gezicht is mismaakt, de rechterkant van zijn gezicht is als van een fotomodel. Gedurende zijn hele leven is hij gepest en in het klooster vindt hij eindelijk een maatschappij die hem accepteert zoals hij is. Ooit is Jacob getrouwd geweest, met Elise. Enige emotie bij lichamelijke omgang heeft hij nooit ervaren. In het klooster komt hij dan ook ‘thuis’.
Jacob heeft innerlijke rust bereikt, tot het moment dat Henry Holman zich aandient in een van de gastenverblijven van het klooster. Henry, staatssecretaris van financiën, heeft het een en ander op zijn kerfstok. Tevergeefs probeert Jacob de man te ontlopen. Holman zoekt juist Jacob op, omdat deze degene is die hem niet als de broeders naar de mond praat, maar afstoot. Langzaam ontstaat een band tussen de twee, waarbij Jacob zich voor het eerst in zijn leven gezien voelt. Idolaat is de verschoppeling op zeker moment van Henry Holman. Hij bruist ineens van energie. Jacob duidt Holman de Bijbel, Henry acteert als een discipel, als een zoon. Er ontstaat een innige vriendschap tussen beide mannen, die wordt onderbroken door Annelie, een andere gaste die in een van de verblijven een retraite houdt. Dan pleegt Henry een gruwelijke daad. Mag Jacob dat aan de grote klok hangen?
Ten slotte wordt Jacob ‘gered’ door de abt van het klooster. Deze voert de dronken conciërge mee, weg van het heidense Paasvuur dat Jacob heeft bezocht en waar hij sinds tijden een moment van intens geluk beleeft. En Henry? Zoals gewoonlijk ontspringt hij de dans, als een VVD-er in een verantwoordelijke functie. Hij weet zijn schuld(gevoel) over te dragen op Jacob, de man die niets heeft misdaan, maar daarna gebukt gaat onder wroeging.
De trooster is een heel ander boek dan Gerritsens voorgaande. Haar terugkeer naar ‘het’ geloof weerspiegelt zij in dit boek over normen en waarden. Belerend is het geenszins. Een (h)eerlijke aanrader!
© Eus Wijnhoven, mei 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Rinske Hillen – Houtrot € 19,99
Al vele generaties is Keizersgracht 268 in bezit van de familie Wenksterman. Bram Wenksterman, natuurfilosoof en escape artist door middel van zijn wandelingen in de natuur, wordt met de werkelijkheid geconfronteerd: palenpest. De fundering van het pand dient hoognodig aangepakt te worden voor de weerbarstige aarde het zal verzwelgen. Buurman Kussendrager zet ’m het mes op de keel: dit probleem dient aangepakt te worden, anders gaan beide panden ten onder.
Bram heeft meer aan zijn hoofd. Dochter Amber is onverwacht teruggekeerd uit Cambridge, terwijl hij inmiddels een relatie is aangegaan met Ella, nicht van Veerle; Veerle, zijn vrouw die is weggestopt in Huize Hoe het Groeide. Instabiel, psychiatrie, dat soort dingen. Weggestopt of voor haar eigen bestwil? Dat blijft de vraag. Na de dood van Thomas, het mannelijke deel van hun tweeling, heeft hij Veerle zien veranderen van een mooie enthousiaste vrouw in een mens dat haar bed niet meer wilde uitkomen. Mag hij, op zijn vijfenvijftigste, dan eens voor zijn eigen geluk kiezen? Daar denkt dochter Amber anders over…
Alle problemen stapelen zich op. Geld om het pand te restaureren, het huis met de tuin waarin zijn voorouders begraven liggen, heeft hij niet. Een half miljoen is nodig, minimaal. De vader van Veerle kan dat makkelijk missen. Deze stelt hem echter een voorwaarde. Bram dient Amber ‘het’ geheim prijs te geven. En dan, de dag voor zijn verjaarsfeestje, komt alles tezamen en stelt hij uit wat hij zijn dochter nu eindelijk eens moet vertellen.
Hillen schetst dilemma’s waar je je al dan niet bewust een oordeel over vormt. Mag je een relatie met een ander beginnen als je partner in een inrichting verblijft? In hoeverre mag je voor jouw eigen geluk kiezen? Moet je jouw naasten in alle gevallen op de hoogte brengen van ingrijpende gebeurtenissen of kun je hen daar beter tegen beschermen? Hoe ga je als kind om met een ouder die diens partner met een ander bedriegt? Dat doet ze op vernuftige wijze.
In Houtrot is de aanloop naar het ware verhaal vrij traag. Na circa zeventig pagina’s heeft Hillen je echter zo te pakken, dat je niet meer kunt stoppen met lezen. De wijze waarop zij de spanning opbouwt is uiterst geraffineerd. De aanbeveling van Thomas Rosenboom op het omslag is geheel terecht: ‘… vol schijnbaar achteloze maar steeds treffende beeldspraken.’ Niets is minder waar. Lezen, dit prachtige debuut!
© Eus Wijnhoven, mei 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Françoise Frenkel – Niets om het hoofd op neer te leggen € 19,99
Niets om het hoofd op neer te leggen verscheen in 1945 en werd in 2015 herontdekt. Het is het waargebeurde verhaal van een Joodse vrouw, die is geboren in Polen en heeft gestudeerd in Frankrijk. Zij begint in de jaren 20 van de vorige eeuw een Franse boekhandel in Berlijn. Na een moeilijke start, de Eerste Wereldoorlog was nog maar net achter de rug, verwerft zij een trouwe klantenkring. In de jaren 30 wordt het haar steeds lastiger gemaakt met het opkomende nazisme. Steeds meer maatregelen beperken haar werkzaamheden, totdat het in 1939 helemaal onmogelijk wordt de boekhandel voort te zetten.
Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog vlucht ze naar Parijs en vervolgens via Avignon en Vichy naar Nice. Ze krijgt steeds hulp van vrienden, maar ook van onbekende hulpverleners. In Nice moet ze onderduiken en als het te heet onder haar voeten wordt, moet ze weer naar een ander onderduikadres. Ze kan via vrienden in Zwitserland een verblijfsvergunning bemachtigen, maar kan Frankrijk niet via een legale weg verlaten. Ze onderneemt een aantal vluchtpogingen, maar wordt twee keer opgepakt bij de grens. De derde keer lukt het haar wel. In Zwitserland schrijft zij nog tijdens de oorlog haar verhaal op en wordt het uitgegeven.
Niets om het hoofd op neer te leggen is een indrukwekkend boek. Het maakt invoelbaar wat het betekent om op de vlucht te zijn. Steeds weer alles en iedereen achterlaten en door naar het volgende onderduikadres. Het laat zien dat er veel mensen bereid zijn hun leven te riskeren om een ander te helpen. Niets om het hoofd op neer te leggen is een redelijk nuchter verslag van een dramatische periode van haar leven.
© Eus Wijnhoven, april 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Martin Michael Driessen – De pelikaan € 19,99
Josip Tudjman is conducteur en machinist van de honderd jaar oude kabelspoorbaan in een havenstadje in het Kroatische deel van Joegoslavië. Iedere dag tuft hij, bij gebrek aan passagiers, één keer naar de top van de berg waar hij zijn lunchpauze aan de voet van een heldenmonument doorbrengt. Josip heeft een ongelukkig huwelijk met Ljubica. Samen hebben zij een geestelijk gehandicapte dochter, Katarina. Sinds kort heeft Josip een affaire met Jana uit Zagreb, een dame waarbij hij ware liefde ervaart.Andrej Rubinić is postbode en amateurfotograaf. De vrijgezel heeft voornamelijk ‘contact’ met de buitenwereld door brieven open te stomen en te lezen wat de mensen zoal uitspoken. Daarbij drukt hij nogal eens geld achterover dat argeloze mensen naar hun geliefden sturen. Als hij een brief onder nummer ontwaart, weet hij dat er sprake moet zijn van een contactadvertentie. Het blijkt een brief voor Tudjman te zijn, nota bene een getrouwde man! Daarop besluit Andrej Tudjmans gangen na te gaan. Hij slaagt er in het verliefde stel in scabreuze posities te fotograferen. Vervolgens gaat hij Josip anoniem afpersen.
Als Andrej op een zaterdagmiddag wordt aangereden, vlak voor het terras waar Josip en diens vrienden een biertje drinken, redden Josip en zijn zwager Mario het leven van de postbode. Terwijl deze in het ziekenhuis herstellende is, nemen Josip en zijn vrienden de taken van de postbode waar. Dan ontdekt Josip aan de hand van nooit bestelde post de diefstal die Andrej regelmatig pleegt. Aangezien hij nauwelijks meer kan voldoen aan de eisen van zijn afperser, besluit Josip de postbode te gaan chanteren met de verworven kennis, hoezeer hem dat ook tegen de borst stuit.
Tegen wil en dank raken de beide mannen bevriend. Beiden denken door een derde te worden afgeperst. Zo stippelt Josip een plan uit om de chanteur te kunnen ontmaskeren, maar hij blijkt de verkeerde te pakken te hebben. Maandenlang gaat de afpersing door, waarbij de een evenveel van de ander verlangt als de som die hij zelf dient te betalen. En juist als deze hilarische situatie bijna onontkoombaar voor allen duidelijk zal worden, breekt de Balkanoorlog uit.
De pelikaan is een heerlijk boek, geschreven tegen de achtergrond van een voormalig Joegoslavisch havenstadje. De sfeer die Driessen schetst plaatst de lezer tussen de mensen aldaar, met al hun eenvoudige verlangens en tekortkomingen.
© Eus Wijnhoven, april 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
© Eus Wijnhoven, april 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Guillermo Rosales – Het huis van de drenkelingen € 19,99
Schrijver William Figueras weet een uitreisvisum uit Cuba te bemachtigen en vertrekt naar Miami waar een deel van zijn familie zich al bevindt. Binnen de kortste tijd heeft hij bijna iedereen van zich vervreemd vanwege zijn vreemde gedrag en onverwachte woede-uitbarstingen. Een tante ontfermt zich over hem, maar na drie maanden beseft ook zij dat de situatie onhoudbaar is. Daarop brengt zij hem onder in een opvanghuis voor psychiatrische gevallen. Vierentwintig personen zijn daar ondergebracht in deerniswekkende omstandigheden. In de VS heerst ten slotte de vrije markt. Wie maar wil kan zo’n tehuis beginnen, de uitkering opstrijken van de bewoners en hen een maandbedrag uitbetalen dat hem goeddunkt, ofwel zichzelf ten koste van deze treurige gevallen verrijken.
In het opvanghuis strijden de bewoners tegen de beheerder(s), maar vooral ook onderling. Mishandeling is aan de orde van de dag. En als jij zelf geslagen wordt, is het best prettig een zwakkere bewoner eens een flinke aframmeling te geven. Het dunne laagje beschaving waaraan wij ons laven en dankzij welke we als maatschappij kunnen functioneren, is in het tehuis op slag verdwenen. Vrouwen worden misbruikt, mannen bestelen elkaar. Mensonterend en schokkend is het leven dat Rosales beschrijft, een verhaal dat grotendeels autobiografisch is. Daarin spaart hij zichzelf allerminst.
Het huis van de drenkelingen is een veilig boek: je wordt deelgenoot van de rauwe wereld waarin mensen met psychische problemen zich proberen te handhaven zonder dat je vanuit je leunstoel daarbij zelf gevaar loopt. Rosales stelt je in staat een korte periode onderdeel te zijn van zo’n milieu dat we tegenwoordig in iedere middelgrote plaats wel kunnen plaatsen, van zo’n afvoerputje waar je altijd met een grote boog omhoog bent gelopen. Vanzelfsprekend is dit een inktzwart boek, maar het inkijkje in deze andere kant van de samenleving dat Rosales de lezer verschaft is onbetaalbaar.
© Eus Wijnhoven, april2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Willy Vlautin – Laat me niet vallen € 19,99
Bij deze bespreking neem ik de woorden van schrijver Jan van Mersbergen in acht. We hadden contact over boekbesprekingen terwijl ik dit boek aan het lezen was. Hij had zich boos gemaakt over de bespreking door Arjan Peters van Gezien de feiten, het Boekenweekgeschenk van Griet op den Beeck. Laat me niet vallen kon me op dat moment nog niet bekoren, omdat ik er heel andere verwachtingen van had. Ik verwachtte een korte aanloop naar de bokscarrière van Horace Hopper – ‘Hector’ – in Mexico. En daarna natuurlijk hoe die carrière moest mislukken. Dat zijn de mooiste verhalen, boeken waarin het streven van de protagonist wordt gefnuikt. Dankzij de wijze woorden van Jan – welke verwachtingen heb je van een boek voordat je eraan begint, zijn die terecht? – heb ik toen de knop omgezet: ik las blanco verder. Ineens beleefde ik veel meer plezier aan het verhaal!
Horace Hopper is een verschoppeling, in de steek gelaten door zijn moeder. Als tiener belandt hij bij een ouder echtpaar, de familie Reese. Zij geven hem al hun liefde, mede uit zelfbehoud. Misschien kan Horace de boerderij straks overnemen. De jongen leeft op, ervaart voor het eerst in zijn leven waarlijke genegenheid. De deuken die hij in zijn verleden heeft opgelopen, wil hij echter vernietigen. Kampioen wil hij worden, bokskampioen. Als half Indiaanse jongeman, die vaak voor Mexicaan wordt aangezien, wil hij de beste bokser van Mexico worden, ondanks het feit dat hij geen woord Spaans spreekt. Bewijzen zal hij zich. Daartoe verlaat hij de boerderij in Nevada en reist af naar het zuiden. Vanzelfsprekend belandt hij in allerlei duistere kringen en ondanks een aantal successen loopt het verkeerd met hem af.
Waar gaat Laat me niet vallen nu echt over? Geenszins over boksen, al zijn daar mooie scènes over geschreven. De crux zit ’m in dat wat mensen bindt, in onvoorwaardelijke liefde en zorg voor elkaar. In die zin is Laat me niet vallen een troostrijk boek, een verhaal dat zonder verwachtingen op basis van boekbesprekingen en andere informatie van derden onbevangen gelezen dient te worden. Het is het meer dan waard!
© Eus Wijnhoven, maart 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Eus Wijnhoven mailde met Jan van Mersbergen:
Lezersververwachtingen en boekbespekingen, een interview:
Ik heb je gemaild naar aanleiding van jouw blog* getiteld ‘Niet lekker, één ster’.
Daarin schrijf je dat Arjan Peters (de Volkskrant) een beschamende bespreking heeft geschreven over het Boekenweekgeschenk 2018 door Griet op de Beeck. Wat wekte jouw woede?
Niet zo zeer woede, eerder verbazing dat een serieuze krant een bespreking plaatst die totaal niet over het boek gaat, geen argumenten heeft waarom het boek niet goed zou zijn, geen standaard biedt, alleen een enkele typering: kwezeligheid. Ik weet van te voren al hoe Arjan Peters over het proza van Griet op de Beeck denkt, maar dat hoeft een analyse van dit Boekenweekgeschenk niet uit te sluiten. Dat gebeurt dus wel: een bespreking zonder argumenten, en dat is armoede.
Ik schreef je dat ook ik het een zeer matig geschenk vond. Daarop reageerde jij met: “Een boek dat tegenvalt heeft met verwachtingen te maken. Wat waren jouw verwachtingen?” Begin jij onbevangen aan een boek?
– Verwachtingen, daar kan de tekst niks aan doen. Proza moet mij wel meenemen, maar niet iets wat aan dat proza voorafgegaan is of het beroep van de schrijver in een vorig leven of hoe de schrijver op de foto staat, dat doet er allemaal niet toe. Hoe moet je lezen met verwachtingen erbij? Ik heb daar veel moeite mee. Onbevangen is misschien een groot woord. Status is eerder de sleutel: waarom worden boeken van Murakami niet uit elkaar geplozen en tot de grond afgemaakt met vertelmotieven, een analyse van de verhaallijnen en de personages? Omdat bekend is dat hij misschien een keer de Nobelprijs gaat winnen? Ik weet het niet maar vind het vreemd. Iedere echte lezer weet dat hij die prijs nooit gaat winnen.
Heb jij nooit verwachtingen bij een boek, bijvoorbeeld op basis van wat jij eerder hebt gelezen van een bepaalde schrijver?
– Natuurlijk wel, ik weet echter ook dat schrijvers niet iedere keer hetzelfde boek schrijven, en iedere keuze tijdens het schrijven van een boek is belangrijk voor dat boek, niet voor een vorig of volgend boek. Die schrijfkeuzes, daar gaat het om. Die laten bij Stephen King in iedere thriller zien hoe hij zijn vertellingen in elkaar zet, de ene keer beter dan de andere, maar ik kan niet zijn boeken lezen en enkel zeggen: de vorige was beter. Wat zijn de verschillen, in keuzes, en waar gaat het dan mis? Zo bekijk ik mijn eigen boeken ook.
In je blog schrijf je onder andere: “… je roept gewoon als simpele lezer wat over een boek, een oordeel, gauw een of twee sterren aanklikken, en klaar. Geen enkele analyse over hoe het boek geschreven is.” Maar kun je van de gemiddelde lezer wel verwachten dat hij/zij een boek analyseert? De lezer zoekt toch vooral ontspanning? Of moet hij/zij zich onthouden van het bespreken van boeken?
– Als je leest voor de ontspanning dan moet je ontspanningsboeken lezen. Mijn romans, daarvoor moet een lezer wel flink werken. Het zijn geen hapklare brokken die je gemakkelijk tot je neemt en wegslikt. Lees dan een hangmatroman die expliciet is en waarbij je amper na hoeft te denken. Die boeken zijn er wel. Als ik Ali Smith lees dan moet ik ook aan de bak, dat weet ik van te voren. Als ik dan zou zeggen: dit is een slecht boek want ik lees dit niet als ontspanning, dan is jouw eigen leeskeuze verkeerd. Pak dan De Krijtman, die ik nu lees trouwens: heel goed geschreven thriller maar ook ontspannend. Geen literaire beelden hoef je daar te vormen, en dat is vaak het moeilijkst: de ruimte die een goeie literaire schrijver de lezer biedt en die door de lezer ingevuld moet worden. Als een lezer daartoe niet in staat is, dan leest hij het verkeerde boek, maar dat zegt niks over dat boek.
Naar aanleiding van mijn recensie over het Boekenweekgeschenk schreef je: “Je vertelt de inhoud van het boek, maar niet de opbouw, technische middelen, vertelstem, verteltijd, en daarop is alle kritiek terug te voeren. Niet op: het valt tegen.” Denk je dat een gemiddelde lezer als ik zich überhaupt aan boekbesprekingen zou moeten wagen?
– Als een lezer ter ontspanning leest, waarom zou hij dan tegelijk doen alsof hij een expert is? Dan is lezen enkel persoonlijk en kan hij zeggen: Ik vond het een mooi boek. Prima, maar laat het dan daarbij. Lezersrecensies op internet, zeker op goodreads of hebban, geven boeken met eenvoudige klikjes een stempel: iemand geeft één ster, en die beoordeling weegt mee. Maar een echt gewogen oordeel ontbreekt. Dus als lezers zeggen: ik wil me ontspannen en dat lukt, dus dit is mooi, dan krijgt het boek een gemiddelde hoge beoordeling, ook dan is die beleving puur persoonlijk want uitleggen wat er mooi is aan zo’n boek dat kunnen de meeste mensen niet. Het is net zoals emoties duiden die ontstaan tijdens het lezen, soms lukt het een schrijver de lezers zo mee te nemen dat hij echt geraakt wordt, dat is prachtig. Daar zijn middelen voor, die zijn te duiden. Zonder die duiding zeggen: het is mooi, dat is een beetje simpel. Wat verder speelt: de wens van lezers om een expert te zijn, de sociale status van een literaire lezer. Ook dat is een onding, lezers die vanuit een status laten zien dat ze de juiste boeken lezen en daar een mening over hebben. Allemaal motieven die verblinden, die het eigenlijke proza doet vervagen.
Als lezer ga ik regelmatig af op recensies in de NRC, de Volkskrant of De Standaard. De recensenten beschouw ik als een soort poortwachters, als een eerste schifting, opdat ik mijn geld aan de juiste boeken besteed. Zelden lees ik een boekbespreking waarin de elementen zo helder zijn vermeld als die waar jij over schrijft. Plat gezegd: ik wil gewoon weten of een boek goed is. Wat is daarop tegen?
– Daar is niks op tegen, als je het oordeel graag aan anderen overlaat. Ik denk dat lezers niet veel verschillen, dus evengoed kan de buurvrouw een boek beoordelen. Goed is echter een moralistische term. Zonder uitleg van dat goed is het goed leeg.
Ik heb je geschreven dat ik tijdens onze mailwisseling, terwijl ik Laat me niet vallen van Willy Vlautin aan het lezen was, van het boek ben gaan genieten door mijn verwachtingen opzij te schuiven. Na de eerste honderd pagina’s van Vlautin dacht ik: wanneer begint het nou? Na jouw advies inzake verwachtingen ben ik blanco verder gegaan en inderdaad: een uitstekend boek. Wat zou je lezers willen adviseren? Hoe kun je zonder verwachtingen aan een boek beginnen, of welke verwachtingen mag/kun je als lezer rechtvaardigen? Daarmee bedoel ik niet dat er geen spelfouten in staan, want tegenwoordig nemen veel uitgevers zowel hun lezers als hun auteurs niet meer serieus in dezen.
– Vlautins boek is heel kalm en beschrijvend, de scènes zijn helder en met enige afstand weergegeven, in de verleden tijd. Als een filmcamera. Als je niet in staat bent die eerste scènes te laten vallen of laten binnenkomen, dan ontbreekt het aan inlevingsvermogen en aan het koppelen van die handelingen en beschrijvingen aan gevoel. Dat is zeker uit dit proza te halen, maar je kunt het ook niet willen zien en zeggen: Er gebeurt niks. Het ligt anders: er gebeurt heel veel bij die twee mannen: hun levens nemen wendingen, ze maken keuzes, ze twijfelen aan zichzelf, die oude man zit tegen de dood aan, die bokser denkt heel slecht over zichzelf. Daar gebeurt ongelofelijk veel. Probeer dat te zien, probeer je in te leven en lees wat er tussen de woorden staat.
Misschien heb je mijn besprekingen bij deomslagdelft.nl weleens bekeken of gelezen. Zou je me kunnen adviseren hoe ik de klanten van Boekhandel De Omslag beter zou kunnen bedienen? Hoe ik hen meer kan verleiden een bepaald boek te kopen?
– Als ik vertel aan lezers wat William Faulkner doet met zijn ene zinnetje ‘Mijn moeder is een vis’ dan begrijpen de lezers het beeld van de simpele jongen die zijn moeder gaat begraven en de vis die hij gevangen heeft en die hij in het stof laat vallen, de moeder moet de aarde in, de vis is vies… en dan die zin. Dat is beeldende kunst. Dat vraagt om een verhaal en om duiding. Zijn lezers daarvoor geschikt? Ik denk het zeker wel, maar ze moeten wel aangemoedigd worden proza echt aan te pakken tijdens het lezen. Niet in de hangmat gaan hangen en die moeder en die vis lezen en zeggen: Wat een onzin.
Wat vind je van mijn besprekingen over enkele van jouw boeken die in Archief staan?
– Ik doe nooit uitspraken over besprekingen van mijn boeken.
Ten slotte: hartelijk dank voor je tijd en aandacht in dezen. Kunnen we binnenkort weer een roman van jouw hand verwachten? En ondanks dat ik dit niet hoor te vragen doe ik het toch: ‘Waar gaat het over?’
– Deze maand een tweede thriller (heel leuk om daaraan te werken) en volgend voorjaar een roman. Inhoud is nog geheim.
*http://www.janvanmersbergen.nl/?p=5161
Margaret Atwood – Het verhaal van de Dienstmaagd € 12,50
Het verhaal van de Dienstmaagd is een dystopische roman die zich afspeelt in Gilead, de vroegere VS. Ten gevolge van radioactieve straling, genmutatie en chemische verontreiniging is een groot deel van de Amerikanen onvruchtbaar geworden. Een groep christenfundamentalisten pleegt daarop een staatsgreep en stichten de monotheïstische staat Gilead.
Om de toekomst veilig te stellen, worden jonge vrouwen opgepakt die kinderen hebben gebaard. Die vrouwen gaan voortaan volledig in het rood gekleed. Zij worden opgesloten in het Rachel and Leah Re-education Centre, de campus van een voormalige universiteit. Voortaan zijn zij Dienstmaagden, toegewezen aan een Bevelhebber en diens vaak oudere echtgenote om kinderen voor hen te baren. De Dienstmaagden worden bewaakt door Tantes: onvruchtbare, ongehuwde en/of oudere vrouwen die op deze wijze verbanning naar de koloniën willen ontlopen, waar hun een gewisse dood wacht. De Tantes beroepen zich op zogenaamd Bijbelse waarden en bewaken die met ijzeren vuist.
Bij aankomst in het kamp krijgen de vrouwen een nieuwe naam: protagonist Vanfred wordt geacht haar verleden te vergeten. Haar nieuwe naam geeft aan wiens dienstmaagd zij is. Tante Lydia spreekt af en toe troostende woorden tot Vanfred: “Jullie generatie heeft het moeilijk, omdat jullie het vorige leven nog hebben ervaren. Volgende generaties weten niet beter.” Vanfred probeert zich te handhaven. Zij probeert contact te maken met andere Dienstmaagden, al is dat strikt verboden. Ze merkt dat Nick, chauffeur van Fred, een oogje op haar heeft. En als de Bevelhebber haar in het geheim bepaalde privileges schenkt, durft ze te hopen.
Helaas, ze wordt betrapt door Serena Joy, echtgenote van de Bevelhebber. Nog diezelfde avond verschijnt het gevreesde zwarte busje dat haar komt ophalen. In een van de geheimagenten herkent ze Nick. Hij fluistert: “Dit is een complot van MayDay”. Liegt hij haar voor? Is hij inderdaad gelieerd aan de ondergrondse verzetsbeweging?
Atwood schreef de roman in 1984, maar haar boodschap is actueler dan ooit: inlichtingendiensten die hun stempel drukken op de maatschappij (denk aan de sleepwet), partijen die hun (wan)daden verantwoorden verwijzend naar religieuze geschriften. In 2017 is een succesvolle tv-serie aan de hand van het boek verschenen. Het verhaal van de Dienstmaagd is verplichte literatuur, juist nu…
© Eus Wijnhoven, maart 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Daniel Kehlmann – Tijl € 19,99
De naam Tijl Uilenspiegel duikt voor het eerst op in Duitse overleveringen uit circa 1500. Kehlmann situeert hem echter in de zeventiende eeuw, in navolging van Charles de Coster die de legende in 1867 herschiep in zijn De legende en de heldhaftige, vrolijke en roemrijke avonturen van Uilenspiegel en Lamme Goedzak in het land van Vlaanderen en elders. Tijl groeit op als zoon van de arme molenaar Claus Uilenspiegel en diens vrouw Agneta. Zij hebben al enkele kinderen verloren en juist die miezerige sprinkhaan van een Tijl blijft in leven. De jongen vermaakt zich met jongleren en balanceren op een touw dat hij in de tuin heeft gespannen. In de streken niet eens zo ver van hen vandaan heersen godsdienstoorlogen: de Contrareformatie. Vader Uilenspiegel interesseert zich voor het occulte en als twee katholieke godsdienstwaanzinnigen hem een luisterend oor schenken, tekent hij daarmee zijn doodvonnis. Bij de voltrekking van het vonnis maakt Tijl gebruik van de situatie en vlucht, samen met leeftijdgenootje Nele. Ze zijn dan een jaar of tien.
Nele en Tijl overleven door op te treden in de dorpen waar zij doorheen trekken. Hun faam verspreidt zich snel. Fredrik van Bohemen, de Winterkoning (hij zal slechts één winter als koning van Bohemen regeren), laat Tijl opbrengen en stelt hem aan als zijn nar. Die functie is misschien wel de meest gunstige in roerige tijden, waarin goed en kwaad even makkelijk van rol wisselen als het weer. Tijl profiteert ten volle van zijn uitzonderlijke positie en beschimpt de vorst en diens gevolg waar hij maar kan. Samen met Nele geniet hij in eerste instantie rijkdom in het kielzog van de koning, maar nadat Frederik van zijn troon in Praag is verjaagd, slinkt diens fortuin. Daarbij is Tijl niet te beroerd om regelmatig de kluit te belazeren. De rebelse Liz, vrouw van Frederik, geniet daar met volle teugen van.
Het failliet van Frederik kan niet uitblijven en Tijl besluit met Nele verder te trekken. Onderweg pikken zij een oude vrouw op die een rol krijgt toebedeeld in hun theater. De drie stralen vrijheid en ongebondenheid uit, wat het geknechte volk tot de verbeelding spreekt. Zijn roem is nog nooit zo groot geweest.
Met Tijl schetst Kehlmann een schitterend portret van een deugniet die in barre tijden het beste uit het leven weet te halen. Terloops leidt hij de lezer langs de gebeurtenissen in deze woelige jaren, waarin godsdienstoorlogen het leven in Europa volledig ontwrichtten. Daarbij blijft het een luchtig boek dat je met een lach op de lippen na 352 pagina’s tevreden dichtslaat.
© Eus Wijnhoven, maart 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Salman Rushdie –De familie Golden € 24,99
René Unterlinden woont samen met zijn Belgische ouders in appartementencomplex The Gardens in New York City. Hij ambieert filmmaker te worden. Als een vreemd gezin zich vestigt in The Gardens, beseft René dat het goud via hen voor het oprapen ligt.
Nero Julius Golden heeft samen met zijn zoons Petya (van Petronius), Apu (van Lucius Apuleius) en D (van Dionysos) een luxe appartement betrokken. Over hun afkomst laten zij zich alleen uit in termen als “het land dat niet genoemd mag worden” en “de stad waarvan de naam taboe is.” Het stel wordt geaccepteerd door de andere bewoners vanwege hun excellente smaak, uitmuntende kledingstijl en perfecte beheersing van de Engelse taal. ‘…they were no more eccentric than, say, Bob Dylan or any other sometime local resident.’ René is al snel kind aan huis in the Golden house.
Vrijwel aan het begin van het boek laat Rushdie verteller René al aangeven dat het niet goed zal aflopen met de familie Golden. Hij geeft hints inzake intriges binnen het gezin, kondigt een moord aan en rept over een duister verleden in Mumbai. Om een of andere reden hebben de Goldens die stad halsoverkop verlaten. Met het fortuin dat Nero in zijn vaderland heeft vergaard weet hij zich in NYC binnen de kortste keren een van de grootste projectontwikkelaars van de stad. Alles lijkt het gezin voor de wind te gaan, maar niets is minder waar. Zo blijkt oudste zoon Petya een drankzuchtige autist, die overigens zeer succesvolle games ontwikkelt. Apu interesseert zich in het geheel niet voor het doen en laten van zijn vader, maar stort zich op de kunsten: niemand kan zulke mooie portretten schilderen als deze knappe jongeman, waarvoor elke vrouw in katzwijm valt. De jongste, D, worstelt in meerdere opzichten met zijn identiteit. Hij is achttien jaar na Apu geboren, uit een buitenechtelijke relatie. Het verhaal gaat dat zijn moeder is verbannen of erger. Bovendien weet D niet of hij man of vrouw is.
Meer en meer wordt René vertrouwd door de verschillende Goldens. Nero wil de buurjongen graag behulpzaam zijn bij het realiseren van z’n droom en vertrouwt hem zaken toe die voor de rest van de wereld onkenbaar moeten blijven. Als Vasilisa, een Russische gold digger, Nero aan zich weet te binden, hebben de zonen nog maar één vertrouwenspersoon: René. De ongelofelijk knappe Vasilisa weet hem echter eveneens in te palmen, zozeer zelfs dat hij zich laat verleiden een kind bij haar te verwekken: Vespa (Vespasius). Daarna heeft René voor Vasilisa afgedaan; zij heeft haar toekomst veilig gesteld. Vanaf nu neemt zij de troon van de oude keizer over.
Zoals René al heeft aangegeven, loopt het slecht af met de Goldens. Geen van de drie zonen overleeft hun vader. Diens verleden haalt hem in als de Z-company, een Indiase maffiose organisatie, hem weet op te sporen. Zij hadden hem al gewaarschuwd, toen hij nog onder een hoedje met hen speelde in Mumbai: je kunt wel vertrekken, maar je kunt ons nooit verlaten.
In recensies over dit boek wordt het vaak genoemd als reactie op de verkiezing van Donald Trump tot president van de VS. Inderdaad komt de laatste president in beeld als een man met sluik groen haar en een wit bepoederd gezicht. De ontluistering van een Amerika dat zich keert tegen kunstenaars en intellectuelen, dat slechts haar eigen waarheden als legitiem erkent en feiten als fake news betitelt, een land waarbij vrouwonvriendelijkheid, seksisme en racisme (weer) tot norm wordt verheven. Die boodschap heeft Rushdie de lezer vast willen meegeven, maar het boek zit veel vernuftiger in elkaar. Nero is geen Trump, hij is de metafoor van verval, van de ultieme ondergang.
In The Golden House refereert Rushdie regelmatig aan (bekende) films en literaire werken. Als je daar een beetje in thuis bent, ontdek je nog meer in dit uitmuntende verhaal.
© Eus Wijnhoven, maart 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Maxim Februari – Klont € 19,99
Het huis van dr. Bodo Klein is zo ongeveer overgenomen door zijn vrouw Colette. De (klein)kinderen uit haar eerste huwelijk kreeg Bodo er ongevraagd bij. Voor hij besefte wat er is gebeurd, was hij de regie over zijn leven kwijt, de grip op zijn eigen bloedlijn. Hij dobbert maar wat rond en besluit uit het leven te stappen. Op zijn werk, het Ministerie van Veiligheid, stuurt hij een encrypted boodschap uit waarin hij melding maakt van zijn zelfdoding. Maar dan slaat de twijfel toe en krabbelt hij terug. Minister Kirstin Elias verordonneert hem daarop enige weken thuis te blijven, totdat de commotie op het Ministerie is weggeëbd. Om iets omhanden te hebben, vraagt ze hem Alexei Krups’ gangen na te gaan. Krups is in enkele jaren uitgegroeid tot wereldvermaard spreker over digitalisering en de gevolgen voor de samenleving.
Krups is een kerel die goed aanvoelt wat mensen willen horen. De zaligheden van digitale technologie en kunstmatige intelligentie, maar ook de gepercipieerde gevaren daarvan. Binnen afzienbare tijd zullen er geen romans meer geschreven en gelezen worden, omdat alles door data zal worden bepaald. Overal plukt Alexei informatie vandaan en schrijft daar het boek Vernuft over. Hoe meer hij gevraagd wordt op congressen en in tv-shows over nieuwe media, hoe makkelijker het hem afgaat om informatie uit verschillende bronnen aan elkaar te verbinden en te verkopen als zijn eigen wetenschap. Zijn faam groeit logaritmisch snel. Hij verkoopt dat geheel als “de klont”, kunstmatige intelligentie die de rol van de mens overneemt, een systeem dat zich dankzij data continu verbetert. En het volk? Al is de hype nog zo hollow, people will follow… In die zin is Klont een boek van alle tijden: individualiteit versus de maalstroom van het groepsgedrag, de draaikolk waarin iedereen zich laat meezuigen.
Februari schrijft over Klein: “Hij had zich agile getoond als een scrummaster, zoals de nieuwste bestuurlijke mode dat van hem eiste…” Toch laat hij zijn gezond verstand prevaleren. Samen met de jonge ambtenaar Nas weet hij Krups te ontmaskeren. Misschien is dat wel de redding van Alexei. Eindelijk mag deze ideeën toelaten waar hij echt in gelooft. Data kunnen veel voorspellen, maar zij houden geen rekening met gevoelens en emoties. Mensen zijn irrationele individuen. Op 25 februari merkte Februari in gesprek met Marcel Möring op dat er zelfs mensen op het Binnenhof rondlopen die ervoor pleiten het stemmen af te schaffen en puur te vertrouwen op de gegevens die over ‘het volk’ worden vergaard. Daaruit zou je exact kunnen analyseren wat het volk wil. Laten we hopen dat de Bodo Kleins van deze tijd ons daarvoor behoeden.
© Eus Wijnhoven, maart 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Oscar van den Boogaard – Kindsoldaat € 24,99
Edmond en Hermine bewonen kasteel Metternich, letterlijk op de grens van Limburg en Duitsland. Als je via de westelijke poort het erf verlaat rijd je Nederland in, doe je dat aan de oostelijke poort, dan bevind je je in Duitsland. De geboorte van hun eerste kinderen, de tweeling Sophie en Stella, gaat mis. De meisjes overlijden. Enkele jaren later bevalt Hermine opnieuw van een tweeling, Nol en Max. De ontwikkeling van de laatste baart zorgen aangezien het jaren duurt voordat hij gaat praten. Toch komt dat goed. De jongens spelen vaak met hun ‘buurmeisje’ (het eerste meisje in de wijde omtrek dat ook in hogere kringen is geboren). Nora ondervindt weinig liefde van haar moeder Floor, terwijl haar vader Frans zich vaak in regeringskringen bevindt. In het gezin van Edmond en Hermine ervaart zij enige warmte van de ouders, vooral van Hermine.
Max is helemaal weg van Grosspapa Maximiliaan, een gewezen Duitse militair. Als WO-II uitbreekt, verlaat Max dan ook het land door de oostelijke poort. Hij wil ‘het vaderland’ dienen. Nol gaat rechten studeren in Leiden. De tweeling ‘deelt’ Nora, waarbij Max in tegenstelling tot zijn broer ook van lichamelijk contact geniet. Daar heeft Nol geen problemen mee, hoezeer hijzelf ook verliefd is op Nora. Sterker nog: hij moedigt de twee aan. Van den Boogaard toont op overtuigende wijze hoe twee verschillende individuen in één ziel verenigd kunnen zijn. Wat van de een is, is van de ander. Nora kan niet kiezen tussen de twee, maar trouwt uiteindelijk met Nol. Het huwelijk wordt niet geconsumeerd. En toch krijgt Nora drie kinderen: Maxim, Elsie en – jaren later – Fransje. Drie keer raden wie de vader is. Ook Nol is daarvan op de hoogte, maar bij ieder nieuw kind is hij zo blij alsof het zijn bloedeigen nakomeling is.
Tijdens de oorlog heeft Max een beschermende schil om het huis van Nol en Nora bij het Wilhelminapark in Utrecht gecreëerd. Zij worden dan ook niet onderworpen aan de ontberingen waaraan anderen weerstand moeten bieden. De geschiedenis herhaalt zich: evenmin als Floor is Nora in staat haar kinderen genegenheid te bieden. Maxim kan daar redelijk mee omgaan, Elsie is een heel ander geval. Zij tergt haar moeder tot het uiterste en drinkt al op jonge leeftijd buitensporig veel. De enige warmte die af en toe in de grote villa opvlamt komt vrij bij een bezoek van Max.
Als jonge vrouw treedt Elsie na de oorlog in dienst van de burgemeester van Utrecht. Hij en zijn vrouw zijn bevriend met Koningin Juliana en prins Bernhard. Als zij Elsie aan het koninklijk paar voorstellen, zijn zowel Juliana als Bernhard weg van de aristocratische, vrijgevochten vrouw. Ze is dan inmiddels begin dertig. Bernhard, Elsie noemt hem PB ofwel Pruisisch Blauw, voegt haar toe aan zijn leger minnaressen. Om zeker te zijn dat zij te allen tijde ter tot zijn beschikking zal staan, arrangeert hij een huwelijk met een knappe paracommando die zich jegens PB gedraagt als een trouwe hond die klakkeloos alle bevelen opvolgt. Als Elsie bevalt van een jongen moge duidelijk zijn wie de vader is.
Elsie staat voor de moeder van de auteur. De jonge Maximiliaan die wordt geboren is natuurlijk Oscar van den Boogaard. Het is jammer dat er nauwelijks over dit boek wordt gesproken in de pers, maar veeleer op ‘het vervolg van’: het feit dat Maximiliaan opgroeit en het hem duidelijk wordt dat die vreemde meneer die af en toe op bezoek komt wel een hele vreemde relatie met zijn moeder heeft. Kindsoldaat geeft een mooi inkijkje in het milieu van adellijke kringen, van hun wereldvreemdheid en de dwangbuis waarin deze families zijn vervlochten. De omerta van de maffia kan nog wat leren van de wijze waarop die wordt toegepast in dergelijke milieus. Vergeet de publiciteit rond de schrijver Van den Boogaard, een man die op zoek is naar zijn roots, wat dit prachtige verhaal ondersneeuwt. En toch blijft het een wat vlak verhaal. De publiciteit er om heen leidt af, dat zou een vervolg kunnen worden op Kindsoldaat. Ondanks dat het verhaal misschien minder literair maar wel recht-toe-rechtaan is: Pak het boek. Wedden dat u het in een ruk uitleest?
© Eus Wijnhoven, februari 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Pieter Waterdrinker – Tsjaikovskistraat 40 € 24.99
Juist als Pieter Waterdrinker besluit te stoppen met schrijven – ten slotte hebben zijn vorige negen boeken hem nog geen 300 euro per maand opgeleverd – krijgt hij het verzoek van zijn uitgever een boek te schrijven over de Russische revolutie. De deadline is strikt, 1 september 2017, aangezien het boek dient te verschijnen 100 jaar na de coup die Lenin en diens boevenbende hebben gepleegd. Men wil een persoonlijk relaas, want dat verkoopt beter. In eerste instantie heeft Waterdrinker helemaal geen zin in de klus. Maar als zwager Aleksej in financiële problemen komt en acuut 10.000 euro nodig heeft, zwicht de schrijver. Als lezer voel je direct aan dat het geld in handen van Aleksej in rook zal opgaan. Daarmee is de toon van het boek gezet: hier lezen we het relaas van een freelancer-freelooser (Waterdrinkers woorden).
Tsjaikovskistraat 40 is grotendeels geschreven in en om het adres in Sint-Petersburg waar Waterdrinker al jaren met zijn vrouw Julia woont. Ooit heeft zij hem nog gewaarschuwd: “Ga van me weg, hoor je me? Ik breng je ongeluk. Ga van me weg!” Inmiddels zijn de twee al meer dan vijfentwintig jaar samen, en ik meen uit dit boek op te maken dat Julia de schrijver wellicht heeft behoed voor een wisse dood, ten gevolge van alcoholmisbruik of roekeloos gedrag. Lang leve Julia!
Via een vreemde snoeshaan belandt Waterdrinker als jongvolwassene in Rusland. Hij dient er tachtigduizend bijbels illegaal te verspreiden, maar merkt al snel dat louche lieden daar een slaatje uit slaan en zichzelf verrijken. Vooral ene Pozorski speelt daarbij een cruciale rol. Deze man zal Pieter nog vele jaren later wederom ontmoeten. De stinkend rijke opportunist verbeeldt de graaiers van na het uiteenvallen van de Soviet-Unie. Waterdrinker lijkt foute personen aan te trekken als een magneet dat doet bij ijzervijlsel. Zo lacht het fortuin hem toe als hij in zee gaat met ene Fopmans. Met hun bedrijfje Intersoviet Consultancy organiseren zij rondreizen door de USSR voor welgestelde westerlingen. De focus verschuift na verloop van tijd naar handel. Of het nu om een bestelling van tachtig jonge Audi-occasions gaat of om gatenkaas, Fopmans weet er een slaatje uit te slaan. En Pieter? De dollartekens in zijn ogen groeien exponentieel, totdat – hoe kan het ook anders – de zeepbel uiteen spat. Zo gaat nagenoeg alles mis, maar Pieter krabbelt weer overeind, om even verderop opnieuw te struikelen.
De geschiedenis van de afgelopen honderd jaar in de USSR respectievelijk Rusland is ondertussen verweven door het gehele boek. We lezen over de streken van Lenin en kornuiten, over legendarische Russen als Zinaida Hippius, vrijheidsstrijdster avant la lettre, die al snel in de gaten had dat Lenin een schurk was. Over Nabokov en Trotski. Over de Nederlanders Henk Sneevliet en Jef Swart die een belangrijke rol vervulden in verspreiding van het communistische gedachtengoed na de Eerste Wereldoorlog, ook in Nederland. Wow, denk je, als je leest wat daar allemaal is gebeurd op de vierkante kilometer rond Tsjaikovskistraat 40. Waterdrinker ontvoert je naar een dystopie, daar is geen ontsnappen aan. En tussen de regels door steekt regelmatig verongelijktheid op. “Sowieso had ik nauwelijks nog lust tot werken aan dat pleurisboek over die revolutie…” En houdt hij zichzelf meer voor de gek dan dat hij de lezer voorliegt: “Nooit, nee nooit zou ik mijn romans besmeuren met actuele politiek.” Dat zullen we weten! Zoals in zijn grootse roman Poubelle is de politiek tot in de haarvaten aanwezig, zowel die uit het verleden als die in het heden. De arme sloebers die het tsaristisch regime in 1905 probeerden omver te werpen, worden vergeleken met de hedendaagse bootvluchtelingen die vergeefs de Europese kust proberen te bereiken. In een pagina’s lange zin houdt Waterdrinker ons hypocriete West-Europeanen een spiegel voor. Bijkans hoor je hem fulmineren zoals WFH dat zo mooi kon, of ridder-zonder-paard Willem Oltmans.
Tjaikovskistraat 40 is een heerlijk boek, een semi-autobiografisch werk waarin de schrijver zijn onmacht en oprechte verontwaardiging regelmatig de vrije teugels laat. Wat kan er van zo’n ‘pleurisboek’ terechtkomen? Een heleboel, zoals Julia op pagina 274 al voorspelt: “Ze had gedroomd dat mijn boek over de revolutie een succes werd, dat we genoeg geld hadden…” Volkomen terecht staat Tsjaikovskistraat 40 inmiddels op de longlist van de Libris Literatuurprijs. En het was binnen de deadline voltooid, op 28 augustus, ondanks een moeilijk begin.
© Eus Wijnhoven, februari 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Sebastian Barry – Dagen zonder eind € 19,99
We spreken halverwege de negentiende eeuw. Om aan de schrijnende armoede te ontsnappen, vlucht de jonge tiener Thomas McNulty naar de VS. Thomas ontmoet de ongeveer even oude John Cole onder een heg in Missouri en vanaf dat moment trekken zij samen op. Zij scharrelen hun kostje bij elkaar en vinden een buitenkansje als hen wordt gevraagd op te treden in een mijnwerkerssaloon. Daar presenteren zij een soort revue, waarbij Thomas als meisje gekleed gaat (‘Thomasino’). De mijnwerkers vallen in katzwijm voor de twee. Na enkele jaren aldus in relatieve veiligheid te hebben geleefd, zijn zij door de lichamelijke gevolgen van de intredende puberteit genoodzaakt te vertrekken. Zij sluiten zich als vrijwilligers aan bij het leger om te vechten in het wilde westen en dat vrij van indianen te maken ten behoeve van de blanken. Onder leiding van majoor Neale overleven zij de helletocht maar net, mede dankzij indianen die hen op een cruciaal moment van voedsel voorzien. Inmiddels is de relatie tussen Thomas en John uitgegroeid tot meer dan reguliere vriendschap (‘And then we quietly fucked and then we slept.’).
Hun regiment slacht een groep Oglala Sioux af, nota bene de indianenstam die eerder hun leven heeft gered, en nemen een meisje van een jaar of zeven gevangen: Winona. Zij wordt meegenomen naar het fort waar het regiment verblijft. Daar wordt zij onderwezen door mevrouw Neale, de hartelijke partner van de majoor. Als Thomas en John op zeker moment het leger verlaten, nemen zij de zorg voor Winona op zich. Wederom gaan ze aan de slag als John en Thomasina, waarbij ook een rol is weggelegd voor het Indiaanse meisje als zangeres. Dan breekt de burgeroorlog uit: de Rednecks uit het zuiden, tegen de Unionists onder aanvoering van Abraham Lincoln. Weer strijden zij aan de zijde van enkele troopers uit hun vorige regiment. Vooral met Lige Magan ontwikkelt zich een sterke band. Lige, oorspronkelijk uit Redneck Tennessee country, vertrekt naar zijn geboortegrond als de unionisten de oorlog hebben gewonnen. Hij zal daar als tabaksboer een nieuw leven opbouwen.
Op zeker moment besluiten John en Thomas(ina), de laatste kleedt zich steeds vaker ook in het openbaar als vrouw, samen met Winona naar Lige af te reizen. De reis is een ware beproeving, waarbij de nodige doden vallen alvorens zij hun doel bereiken. Na enkele jaren in relatieve rust geleefd te hebben, slaat het noodlot opnieuw toe: chief Caught-his-horse-first van de Oglala heeft Mrs. Neale en een dochter Hephzibah ontvoerd. Hij wil hen ruilen tegen Winona, de dochter van zijn zus die door het regiment van majoor Neale is vermoord. Hoe trouw John en Thomas hun majoor ook altijd zijn geweest en gebleven, hieraan kunnen de twee niet meewerken. Winona wordt echter ontvoerd. En zo wordt er – door Thomas – weer ten strijde getrokken, deze keer met Winona verkleed als regimentstrommelaar aan zijn zijde.
Dagen zonder eind is een magistrale roman. Ik heb de Engelse editie – Days without end – gelezen. Barry heeft dat in slang geschreven, wat even wennen is, maar uiteindelijk de sfeer extra tot haar recht laat komen. Daarnaast zijn de metaforen die Barry gebruikt van grote originaliteit en schoonheid: ‘…time was not something then we thought of as an item that possessed an ending.’ ‘He’s as dapper as a mackerel.’ ‘… men making the noises of ill-butchered cattle.’ ‘You coulda used John Cole for a pencil if you coulda threaded some lead to him.’ Wat een schitterend verhaal!
© Eus Wijnhoven, februari 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Graham Swift – Waterland € 19,99
De tweeënvijftigjarige Tom Crick, sectiehoofd van de afdeling geschiedenis op een middelbare school, krijgt het verzoek van de rector met vervroegd pensioen te gaan (“Volledig doorbetaald.”). Rector Lewis Scott deelt hem mee dat hij de afdeling geschiedenis wil inkrimpen. Wie heeft er nog baat bij geschiedenis, in deze moderne tijd, zo vraagt hij zich hardop af. Crick is gekrenkt tot in het diepst van zijn ziel. Als geen ander weet hij dat zijn leidinggevende een dubbele agenda heeft, en dat dit dwingende verzoek met hele andere dingen te maken heeft, bijvoorbeeld met de misdaad die mevrouw Crick, Mary Metcalf, heeft gepleegd. Op dat moment besluit Tom van het curriculum af te wijken en de leerlingen (“Kinderen, tweeëndertig jaar heb ik voor de klas gestaan om voor jullie de geheimen van het leven te ontsluieren…”) te vertellen over zijn voorvaderen, over hun strijd tegen het water in het drassige gebied boven Cambridge, de Fens.
Net zoals de rivieren de Ouse en de Leem meandert Tom Crick door de geschiedenis. Hij vertelt over de Atkinsons, voorvaderen die het water hun wil probeerden op te leggen. Maar het waren ook vermaarde bierbrouwers, regionale notabelen. Hun doen en laten wordt beschreven, waarbij Swift verspringt in de tijd. Rode draad door het boek is een periode in 1943, die begint bij het aangespoelde lijk van Freddie Parr. Juist bij de sluis die vader Crick bedient, komt het stoffelijk overschot klem te zitten. Vader woont er met Tom en diens paar jaar oudere broer Richard (‘Dick’). Dick is geestelijk gehandicapt, analfabeet en smoorverliefd op zijn Velocette motorfiets. Met zijn geslachtsorgaan is echter niets mis, in tegendeel. ‘Redder van de wereld’ is hij volgens de nalatenschap van opa Atkinson (vader van moeders zijde). In deze periode maakt de lezer ook kennis met Mary Metcalf, dochter van een rijke boer. Een ding hebben ze gemeen, Tom en Mary: beiden hebben hun moeder verloren. Amper zestien zijn ze als Mary zwanger raakt, maar het kind zal nooit het levenslicht zien, het stel zal voor altijd kinderloos blijven, ook al denkt Mary er op zeker moment anders over.
In deze familiekroniek komen tal van gebruiken en onderwerpen aan de orde: het brouwen van bier, paling vissen, de Franse Revolutie en de stijfkoppigheid van de Engelse plattelanders. Maar ook gaat het over mysterieuze sterfgevallen, om van moord maar niet te spreken. Dit alles in het kader van onderwijs, van levenslessen die zoveel meer betekenen dan de gortdroge stof die volgens het curriculum dient te worden onderwezen.
De stijl van Waterland is even wennen. In eerste instantie irriteerde het me dat de protagonist zich keer op keer tot zijn ‘kinderen’ richt. Het verhaal is echter zo boeiend, de waarnemingen zo zuiver, dat je dit op zeker moment nauwelijks meer bemerkt. Waterland is een dijk van een boek!
© Eus Wijnhoven, februari 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Lucas de Waard – Kraaien tellen€ 19,99
Tobias woont samen met zijn twee jaar jongere zusje Krista in Groningen. Zij groeien op in een beklemmend gezin, waarbij moeder eens in de zoveel tijd van het ene op het andere moment verdwijnt. Een verklaring daarvoor wordt hun nooit gegeven, ook vader doet alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Mama heeft nu eenmaal haar vrijheid nodig. De beide ‘vuurtorens’ (vanwege hun rode haar) zoeken dan ook voornamelijk troost bij elkaar. Op zeventienjarige leeftijd pikt Krista het echter niet langer. Zij wil weten waar haar moeder is geweest en wat zij zoal heeft uitgespookt. Als moeder het dan weer zo weet te draaien alsof Krista de boosdoener is, verlaat zij de ouderlijke woning. Niet lang daarna vertrekt ook Tobias, naar het zuiden. Hij gaat studeren aan de kunstacademie. Na enkele jaren houdt Tobias het daar voor gezien. Hij kan geen enkele voldoening vinden in zijn werk. Pas wanneer hij een baantje als bestuurder van een straatveegmachine heeft bemachtigd, valt de wereld op zijn plaats. Met ‘Fernando’, de naam die zijn wagen draagt, houdt hij de stad schoon. Zijn wereld is overzichtelijk en hij denkt innerlijke rust te hebben gevonden. Die wordt in een klap ernstig verstoord als Krista zelfmoord pleegt.
Tobias probeert zich vanaf dat moment geheel voor de wereld en voor zijn eigen gevoelens af te sluiten. De eerste weken slaagt hij daar hoegenaamd in, totdat hij het geile kledingverkoopstertje Cayenne ontmoet. Met haar begint hij een heftige seksrelatie waarin hij al zijn opgekropte woede en onmacht kwijt kan. De stoere Cayenne geniet van het geweld dat daarbij te pas komt. Als er onverwacht een artikel in de regionale krant verschijnt over Tobias, een ode aan de mensen die de stad reinigen, dringt de buitenwereld zich aan hem op. Zich afsluiten lukt hem steeds minder. In eerste instantie vindt hij daar nog een uitlaatklep voor door Cayenne op steeds grovere wijze te nemen. Dat kan niet verhinderen dat hij verschijningen van Krista begint te zien wanneer hij in bed ligt. Een ruis begint zich af te tekenen in zijn oren, een geluid dat met de dag aanzwelt. Zo ook ‘het vat’ Tobias dat onvermijdelijk zal overlopen met een walgelijke daad tot gevolg.
Kraaien tellen is een duister verhaal over eenzame mensen, over lieden die hopeloos op zoek zijn naar grip op hun leven. Ook deze tweede roman van Lucas de Waard verdient een groot publiek.
© Eus Wijnhoven,januari 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Jennifer Egan – Manhattan Beach € 19,99
Anna Kerrigan begeleidt vaak haar vader als hij voor zaken mensen bezoekt. Als twaalfjarige ontmoet zij in dat kader Dexter Styles, een man die leeft in luxe met een villa aan Manhattan Beach. Ze merkt dat er een bepaalde spanning heerst tussen haar vader Eddie en deze Styles.
Eddie Kerrigan woont in die jaren driehoog achter met zijn gezin in New York City, samen met zijn vrouw Agnes, Anna en de zwaar gehandicapte Lydia. Agnes heeft een succesvolle danscarrière opgegevenen om volledig de zorg voor hun tweede dochtertje op zich te nemen. Maar moeilijk weet Eddie een houding aan te nemen jegens zijn zieke kind. Hij voelt een oprechte afkeer ten opzichte van het meisje. Bovendien wordt zijn leven overschaduwd door werkeloosheid ten gevolge van de crisis midden jaren dertig. Door wanhoop gedreven richt hij zich ten slotte tot Styles, nachtclubeigenaar en brug tussen onder- en bovenwereld. Op zeker moment is Eddie van de aardbodem verdwenen. Is hij er met een ander vandoor?
De drie dames redden zich zo goed en zo kwaad als het kan. Anna krijgt begin jaren veertig een baantje op de marinebasis waar zij in eerste instantie de kwaliteit van onderdelen voor de
oorlogsindustrie controleert. Na enkele maanden lukt het haar als eerste vrouwelijke duiker te worden aangenomen. Onder water voeren de duikers reparaties aan fregatten uit. Niet eerder heeft Anna zo’n gevoel van voldoening ervaren als de keren dat zij zich met een bepakking van meer dan 100 kilogram onder water kan begeven. Iedere avond vlijdt Anna zich bij het slapengaan tegen Lydia aan, als was dat haar teddybeer. De zusjes hebben een ongewoon sterke band. Anna vertelt Lydia wat zij zoal heeft meegemaakt die dag, waarop Lydia met een beestachtig geluid reageert.
Via Nell, een blonde vamp die ook op de marinebasis werkt, bezoekt Anna op zeker moment een van Styles’ nachtclubs. Als ze Dexter achterin de zaak aan een tafeltje ziet zitten, trekt Anna de stoute schoenen aan. Hij is onder de indruk van dit meisje. Zij herinnert zich zijn prachtige huis aan Manhatten Beach en neemt een drastisch besluit: ze zal Lydia de zee tonen en wel via Dexter Styles. Ze weet de man te overtuigen. Aan zee geniet Lydia zichtbaar. Haar gezondheidssituatie kent een onverwachte opleving. Dat is echter van korte duur en enkele weken later overlijdt Lydia.
Geïntrigeerd is Anna door de zelfverzekerde Dexter Styles. Maar ook om een andere reden zoekt ze zijn gezelschap: weet hij meer van de verdwijning van haar vader? Het is duidelijk dat Dexter in Anna niet dat kleine meisje herkent van zoveel jaar geleden bij hem thuis, aan het strand. In eerste instantie gebruikt Anna dan ook een valse naam. Als zij echter een wilde nacht met Styles doorbrengt, onthult ze haar ware identiteit. De man voelt zich verraden, maar besluit uiteindelijk weer contact op te nemen met Anna. Hij belooft haar de plaats te tonen waar haar vader voor het laatst is gezien en houdt zich aan zijn woord. In de haven van New York vindt Anna op dertig meter diepte ten slotte het zakhorloge dat Eddie Kerrigan ooit heeft gekregen van ene De Veer. Ze herkent het aan diens initialen. Toch liggen er verrassingen voor haar in het verschiet die niemand, ook de lezer niet, had kunnen bevroeden…
Met Manhattan Beach heeft Jennifer Egan een spannend verhaal geschreven, waarin zij de lezer terloops een kijkje geeft in de wereld van de marine in tijden van oorlog. Lezen!
© Eus Wijnhoven,januari 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Andrea Wulf – De uitvinder van de natuur – Het avontuurlijke leven van Alexander von Humboldt € 19,99
In de Westerse wereld is Alexander von Humboldt (AvH) nagenoeg vergeten. In Zuid-Amerika daarentegen worden jaarlijks festiviteiten rond zijn geboorte- en sterfdag gevierd. In de VS zijn meerdere steden naar hem vernoemd. Aardrijkskundigen kennen hem wellicht nog wel en er is zelfs een lesmethode naar hem vernoemd voor het voortgezet onderwijs: Humboldt (uitgeverij Malmberg). Wie was AvH ook alweer?
AvH werd op 14 september 1769 geboren als zoon van rijke Pruisische aristocraten. Op jonge leeftijd verliest hij zijn vader. Hij en zijn oudere broer Wilhelm worden daarna opgevoed door een liefdeloze moeder, wiens enige taak het (volgens haar) is de jongens voor te bereiden op een glanzende carrière. Liefst als ambtenaar. De twee jongens kunnen uitstekend leren. Wilhelm voldoet aan het patroon van moeder, Alexander daarentegen is rusteloos. Hij struint het liefst door de natuur waar hij stenen, planten en diertjes verzamelt. Hij komt in contact met de twintig jaar oudere Johann Wolfgang von Goethe, die inmiddels beroemd is maar uitgeblust. De enthousiaste verhalen van de jonge Humboldt breken de lethargie van de dichter. Hij gaat weer aan het werk. Later zal hij zelfs zijn Faust portretteren aan de hand van AvH.
Op dertigjarige leeftijd trekt AvH naar Zuid-Amerika. Hij is verrukt over de schoonheid van het landschap. Nauwgezet legt hij vast wat hij zoal observeert en via experimenten vaststelt. Zoals Goethe werd beïnvloed door AvH, heeft de dichter de jonge natuurwetenschapper geleerd dat de natuur niet vanuit strikt natuurwetenschappelijk oogpunt moet worden beschouwd, maar tevens via het hart, via de emotie. Dankzij die instelling ontdekt AvH als eerste hoe alles op Aarde met elkaar samenhangt. Als eerste ontdekt en onderkent hij (in 1800!) dat menselijk ingrijpen in de natuur tot klimaatverandering kan leiden. Meer en meer wetenschappers van over de hele wereld bijten zich vast in de boeken die hij schrijft. Zo ontmoet hij Galvani (ontdekte dat hij spieren van dode kikkers kon laten samentrekken met behulp van elektriciteit) en Volta (ontdekking van de batterij). Hij wordt uitgenodigd door staatshoofden als de Amerikaanse president Thomas Jefferson. De jonge Charles Darwin wordt bedwelmd door AvH’s Ansichten der Natur en besluit in zijn voetsporen te treden. Overigens had AvH al een aanzet tot de evolutietheorie gegeven.
Een nauwgezette recensie is van De uitvinder van de natuur nauwelijks te schrijven, zo veelomvattend is deze uitstekende biografie. Het boek zou verplichte kost moeten zijn voor biologen, natuurkundigen en scheikundigen, maar zeker ook voor Faust-adepten en liefhebbers van het werk van Goethe. Lof voor Andrea Wulf die met dit werk homo universalis AvH uit de vergetelheid heeft gehaald.
© Eus Wijnhoven,januari 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!
Wiesław Myśliwski – De horizon € 29,99
Myśliwski (1932) lezen betekent vooraf je literaire denkbeelden wissen en met een schone lei beginnen. Zijn stijl verschilt volstrekt van bijna alle andere proza. Soms duurt het daarom even voor zijn romans je daadwerkelijk bij de keel grijpen, maar is dat moment eenmaal gekomen – en dat komt gegarandeerd – dan laat het werk je niet meer los.
De horizon is Myśliwski’s meest autobiografische Poolse roman, waarin Piotr terugblikt op zijn leven. Die horizon wordt gevormd door het plattelandsleven dat hij heeft geleid bij de familie van moeders kant, waarbij hun gezin is ingetrokken nadat vader zijn ontslag heeft ingediend. Dat boerengezin, met inwonende ooms en tantes, geeft de schrijver weer in prachtige, doodgewone en vooral triviale zaken: de bereiding van het eten, de eeuwige woordenstrijd tussen opa en oudste zoon (oom) Władek, het weiden van koeien, de wellust van oom Stefan en de volle borsten van diens vrouw, tante Jadwina. Het is alsof je als lezer onderdeel uitmaakt van dit gezin.
Het ruim 600 pagina’s tellende boek is opgedeeld in tien hoofdstukken. Daarin springt Myśliwski in de tijd heen en weer. Zeer gedetailleerd beschrijft hij het doen en laten van zijn personages, hun omgeving, hun sociale kaders. In nagenoeg alle verhalen komt de ziekelijke vader van Piotr in beeld, als een randfiguur. Als het gezin naar een souterrain in een klein stadje in de buurt is geëvacueerd, slijt vader zijn dagen in bed, starend naar het plafond of uit het raam. Boven hen wonen Ewelina en Róża Poncka, twee prostituees, al weigert de familie van Piotr dat te geloven. Keurige dames zijn de Poncka’s volgens Piotrs moeder, die in hun kleding en manieren getuigen van goede smaak. Daarbij zijn zij verknocht aan de tango. Dan moeten het wel beschaafde dames zijn. Die dames leren Piotr de tango te dansen, als voorbereiding op diens eerste schoolfeest. Een hoofdstuk van 56 pagina’s wordt eraan gewijd om op weergaloze wijze te beschrijven waarom die Piotr de tango uiteindelijk niet op dat feest danst. Of neem het verhaal over Raafje, het hondje van oom Władek dat Piotr helpt bij het weiden van de koeien. Op een dag komt het beestje thuis met een uitgestoken oog. Vanaf dat moment heeft oom nog maar een doel: de dader vinden en hem mores leren.
De horizon is een magistrale roman waarin aan de hand van alledaagse zaken bekende levensthema’s worden behandeld: liefde, afhankelijkheid, opportunisme, familie en meer specifiek gezin. Helaas moeten we wachten op een volgende (uitstekende) vertaling van Karol Lesman en een vijfde Myśliwski in Nederlandse vertaling te kunnen lezen.
© Eus Wijnhoven,januari 2018
Wilt u deze titel bestellen? Klik dan hier!